CD Recensies

RESPIGHI: SINFONIA DRAMMATICA; OUVERTURE BELFAGOR

Respighi: Sinfonia drammatica P. 102; Ouverture Belfagor. Luiks Filharmonisch orkest o.l.v. John Neschling BIS SACD 2210 (70’03”). 2015 

 

Op orkestraal gebied produceerde Respighi meestal kleinschalige werken. Een uitzondering op die regel vorm de driedelige Sinfonia drammatica uit 1914 die met zijn bijna Bruckneriaanse lengte vrijwel een uur lang is. 

Helemaal oorspronkelijk klinkt het werk niet bij nadere kennismaking. Er komen momenten langs die van Franck, R. Strauss, of zelfs Rimsky-Korsakov of Scriabin hadden kunnen zijn.

Bovendien lijkt het eerste deel hem zo dierbaar te zijn dat hij er nauwelijks afstand van kan doen. Na de eerste doorwerking begint hij daarom dapper aan een tweede. In het langzame deel voelt hij zich zo ingenomen met Francks cyclische principe, dat hij haast niet van ophouden weet en haast verrast lijkt als hij stopt. Maar in de finale lijkt hij soms niet te weten hoe het verder moet.

Dat maakt het werk er niet minder interessant om.

Ongetwijfeld was het moment waarop de symfonie ontstond – vlak voor het uitbreken van W.O. I – mede bepalend voor de nu eens duistere en emotionele, inderdaad dramatische, dan weer freewheelende kant van het werk. Een zekere urgentie is er niet vreemd aan en goed orkestreren kon Respighi altijd al.

De ouverture voor de opera Belfagor uit 1923 geeft ook duidelijk blijk van dat laatste. Wie deze opera in zijn geheel wil horen heeft de beschikking over een Hongaarse uitvoering uit 1988 van Lamberto Gardelli (Hungaroton HCD 12850/1.

In het kader van een volledige opname van de orkestwerken van Respighi verscheen de symfonie eerder in een uitvoering uit 2010 door Symfonie orkest Rome o.l.v. Francesco la Vecchia (Brilliant Classics 94394 (2 cd’s) en eerder al in 1991 van het BBC filharmonisch orkest o.l.v. Edward Downes op Chandos CHAN 9213 en in 1998 van het Slowaaks filharmonisch orkest o.l.v. Daniel Nazareth (Naxos 8.550951).

Van dat drietal had Chandos interpretatief en opnametechnisch de beste de beste papieren. Wat de opnamekwaliteit aangaat, komt de nieuwe Belgische uitgave op vrijwel gelijke voet en de vertolking van Neschling doet nauwelijks voor die van Downes onder. Reden genoeg voor een aanbeveling van de nieuwe versie.