CD Recensies

RHEINBERGER: ORGELCONCERTEN NR. 1 EN 2; SUITE

Rheinberger: Orgelconcerten nr.1 in F op. 37 en 2 in in g op. 177; Suite voor viool en orgel in c op. 166. Andreas Juffinger (org), Ernö Sebastyén (v) met het Berlijns Omroeporkest o.l.v. Hartmut Haenchen. Capriccio 71017 (70’34”). 1990

 

Het orgel was het domein van Rheinberger, net als bij zijn Franse tijdgenoten Widor en Guilmant, al volgde de Duitse componist meer de klassieke richting waarin veel belang wordt gehecht aan een grondige thematische uitwerking.

Orgelconcert nr. 1 is uit 1884 en ontstond dus twee jaar voor de bekende derde symfonie van Saint-Saëns. De orkestratie is vrij bescheiden voor strijkers, twee fagotten en twee (of drie) hoorns.

Daarin veranderde weinig voor het tweede concert dat tien jaar later werd geschreven, al werden hier wel twee trompetten en pauken toegevoegd. Het is dus aan het orgel om de leemten die ontstaan door het gemis van fluiten, hobo’s en klarinetten te vullen.

Het is muziek die erom vraagt te worden gewaardeerd en die dat gelukkig ook makkelijk maakt omdat deze melodieus, spiritueel en inventief is en zelfs een paar spectaculaire momenten kent.

Van de vertolkingen kan worden gezegd dat ze zonder meer heel goed zijn geslaagd. Deze opname werd in de bekende Berlijnse Jesus Christus kerk in Berlijn Dahlem gemaakt.

Het belangrijkste alternatief komt van Stefan Johannes Bleicher met het Musikcollegium Stuttgart o.l.v. Douglas Boyd (MDG MDG 901-1643).