Rezniček: Donna Diana. Manuela Uhl (s., Donna Diana), Max Witges (bs., Don Diego), Heike Wittlieb (s., Donna Laura), Roman Sadnik (t., Don Cesar), Hans-Jürgen Schöpflin (t., Don Luis), Matthias Klein (bs., Don Gaston) e.a. met het Kiel filharmonisch orkest en –operakoor o.l.v. Ulrich Windfuhr. CPO 999.991-2 (2 cd’s, 1u. 51’44”). 2003
Ooit genoot de komische opera Donna Diana een grote populariteit en bij het beluisteren van deze opname is ook begrijpelijk waarom. Meteen de ouverture heeft een tintelend hoofdthema dat beklijft.
Buiten Oostenrijk is Emil von Rezniček (1860-1945) nauwelijks bekend. Als componist rust zijn reputatie deels op de Fantasie-Ouverture Raskolnikov, het ‘symfonische levensverhaal Schlemihl en het symfonisch gedicht Der Sieger.
Opera’s als Jungfrau von Orleans, Ritter Blaubart en Satanella werden nauwelijks bekend, Donna Diana uit 1894 echter des te meer. Het blijkt in muzikaal-ironisch opzicht best een meesterwerk te zijn, rijp voor herontdekking.
De handeling is gebaseerd op een Spaanse komedie over trots en liefde in hogere kringen in Zuid Europese sfeer met een Weens trekje. De liefdeszieke Don Caesar is de wanhoop nabij als hij zijn geliefde Donna Diana, dochter van de regerende graaf van Barcelona treft. Ze reageert koel en afwijzend, negeert alle potentiële huwelijkskandidaten. Caesar zelf is regelmatig verliezer van toernooien en een hoogtepunt uit het werk vormen de fanfare motieven. Nodeloos te zeggen dat na allerlei verwikkelingen Don Caesar toch zijn beminde Donna Diana krijgt, terwijl ook de andere paren gelukkig worden gekoppeld. De actie verloopt snel en in plaats van vele aria’s domineren de duetten en ensembles
Toneelmatig heeft de opera veel te bieden met zijn afwisseling tussen komische, dramatische en zinnelijke momenten. Het werk eindigt met een verrassende wending. Er ook zijn Richard Strauss invloeden en de opera zou zelfs als ondertitel kunnen hebben ‘Kein Heldenleben’.
Het is aangenaam luisteren naar het werk, vooral ook door de mooie orkestratie die alle gevoelens weerspiegelt en waarin veel afwisseling optreedt.
Gelukkig is deze ‘live’ opname in vrijwel alle opzichten zeer geslaagd.
De Kielse vetrolking is heel levendig van alle betrokkenen
Heel behoorlijke zangers met Roman Sadnik (Don Cesar) als beste dankzij een krachtige, elegante tenorstem. De titelrol van Manmela Uhl komt misschien wat moeizaam op gang maar schittert in de tweede en derde akte helder, warm en kernachtig. Met zowel een mooi hoog als met subtiele pianissimi.