Rosenmüller: Vespro della beata vergine. Cantus Köln, Canticum en Concerto Köln o.l.v. Konrad Junghänel. Harmonia Mundi HMC90.1611/2 (2 cd’s, 2u. 10’49”). 1996
Niet alleen Cavalli en Monteverdi schreven een Vespro della beata vergine, ook Rosenmüller (1619-1684) leverde in zijn Venetiaanse tijd een prachtige toonzetting van deze tekst toen. In die stad stond hij in hoog aanzien. Van deze Johann Rosenmüler is vrij weinig bekend, behalve dat hij ook trombonist was en dat in 1660 werken van hem werden besteld in Weimar. Eerder werkte hij in Leipzig, maar daar raakte hij op beschuldiging van kindermishandeling in de gevangenis, maar kon naar het buitenland vluchten.
Veel van zijn werken zijn overgeleverd uit Duitse en niet uit Italiaanse bronnen. Tijdens zijn verblijf in Venetië schreef Rosenmüller uitsluitend R.K. kerkmuziek, meestal gebruikt voor vesperdiensten. Bij de overlevering naar Duitsland weden zijn werken meestal in een heel andere contekst geplaatst.
Voor Junghänel en zijn musici was deze vespermuziek een waar godsgeschenk. De dirigent heeft namelijk getracht een zo goed mogelijke liturgische reconstructie te maken door nauwkeurig verklaard gebruik van psalmen, motetten en antifonen.
Als in vloeiende melodielijnen werkende, briljante colorist kan de dirigent in grote stijl werken terwijl hij tevens een specifiek Duitse discipline in het contrapunt toont. Het koor horen we in de geconcentreerde hartstocht van vijf psalmen en een magnificat met daartussen gregoriaans, motetten (op teksten die passend zijn gemaakt voor deze vespers) en twee erg mooie instrumentale sonates.
Waar Dixit dominus in termen van lengte (ruim zeshonderd maten) een fraai compendium is van ritmische vitaliteit, fraaie toonzetting en pittige declamatie, zijn er andere gedeelten die de totaliteit van Rosenmüllers grote inventiviteit belichten, zoals Laudate pueri.
Het wordt hier alles nagenoeg volmaakt gerealiseerd. Cantus Köln, Canticus en Concerto Paladino laten met inbreng van een paar instrumentale solisten (trompet en cornetto bijvoorbeeld) horen hoe een kleine groep musici met veel zorg en toewijding, ook op het punt van intonatie en ensemble, iets majestueus kan laten klinken.