Rebel: Suites voor viool en b.c nr. 1-3; Sonates voor viool en b.c. nr. 7 in in g en 8 in d. Eco dell’anima. Centaur CRC 3430 (76’36”). 2010
Rebel: Vioolsonates nr. 3 in Bes ‘L’Apollon’, 5 in D 1713 en ‘LaPallas’ 1712, 6 in b, 7 in c ‘Tombeau de M. De Lully’, 11 in Bes. Amandine Beyer (v) met L’Assemblée des honestes curieux. Zig-Zag Territoires ZZT 05110-2 (59’56”). 2005
Nadat hij van 1700 tot 1705 inSpanje in dienst was geweest van de graaf van Ayen was Jean-Féry Rebel (1666-1747) als componist, violist en klavecinist sinds 1787 in dienst van Lodewijk XV en lid van diens ’24 violons de roy’.
Bekend werd hij voor velen als gevolg van de spectaculaire dissonanten en de chaos uit zijn bekendste werk, Les éléments. Maar het ook goed om hem te herinneren met zijn kamermuziek.
Bijvoorbeeld met de om en om gespeelde danssuites zijn uit 1705 en sonates uit 1713. Eco dell’anima is gevormd door Jeanne Johnson (v), Brent Wissick (vdg) en Peter Marshall (kl) die op barok instrumentarium spelen. De muziek klinkt in vergelijking met Les éléments misschien minder verrassend, want conventioneler, maar wel mooi melodieus en charmant, de suites in levendige dansstijl. Sprankelend en met d e nodige vaart en verve, maar ook met rustiger expressieve momenten wordt het programma mooi afgewikkeld.
De vioolsonates die Amandine Beyer en haar ensemble al even goed historisch geïnformeerd uitvoeren, ook op historisch juiste instrumenten, klinken over het geheel mild en lyrisch met af en toe een uitbraak van gepassioneerde lyriek. Gelukkig zijn er meer blijken van intensiteit dan men bij hoofse Franse barokmuziek verwacht. Beyer en haar ensemble halen in expressief opzicht zo ongeveer het maximum uit deze werken en schuwen ook de donkerder kanten van de muziek niet. Dat blijkt met name uit de ernstige langzame lentement en grave delen. De musettes, rondeaux en allemandes klinken zorgelozer. Dat getuigt van verbeelding en verdient een hoge plaatsing naast de opname van Andrew Manze, Jaap ter Linden en Richard Egarr (Harmonia Mundi HMU 90.7221). Zij speelden de sonates nr. 1-9, dus kwantitatief wat meer. Maar zeker ook Beyer c.s. maakt veel indruk met haar feilloze, dartele ensemblespel. Probeer het eerste deel van Le tombeasu de M. De Lully maar.