CD Recensies

RAVEL, DAPHNIS ET CHLOÉ, ROTH

Ravel: Daphnis et Chloé. Les Siecles en Vocaal ensemble Aedes o.l.v. François-Xavier Roth. Harmonia Mundi HMM 90.5280 (55’01”). 2016

 

Weinig werken bezorgden Ravel zoveel kopzorg als zijn ballet Daphnis et Chloé, maar het was de moeite waard. De opdracht kwam in 1909 van Diaghilev tijdens het eerste seizoen van zijn Ballets russes in Parijs. Ravel was vanzelfsprekend verguld met de opdracht en zette zich meteen aan het werk met choreograaf Mikhail Fokine.

Ravel voelde zich echter nogal ongemakkelijk over de expliciet erotische aard van Fokines scenario op basis van een verhaal uit de Griekse mythologie over de liefdesgeschiedenis van herder Daphnis en het herderinnetje Chloé waarin een krijgshaftig tableau wordt omringd door twee pastorale scènes. In het eerste daarvan bekennen Daphnis en Chloé elkaar hun wederzijdse liefde, gevolgd door een dansstrijd die bij elk van hen jaloezie wekt.

Een groep piraten die Chloé ontvoert, maakt dat het tweetal wordt gescheiden. Het tweede tableau speelt in het piraten kamp waar zij voor haar ontvoerders moet dansen. In het derde tableau keert Chloé naar Daphnis terug. Dat wonder wordt bewerkt door een ingreep van god Pan die door nymfen te hulp is geroepen. Nadat ze het sprookje van Pan en Syrinx mimisch hebben uitgebeeld, volgt een van grote vreugde vervulde uitbarsting in de virtuoze, orgiastische danse générale

Zelfs nadat Ravel en Fokine een compromis hadden gesloten, ging de voortgang maar moeizaam. Hoewel bestemd voor het seizoen 1610, ging Daphnis pas in 1912 in première. Als ballet was het een matig succes, maar de muziek werd klassiek.

Ravel beschouwde het als zijn belangrijkste schepping en beschreef het als ‘een grote choreografische symfonie’ en ‘een groots muzikaal fresco’. Volgens hem zorgde de strakke thematische constructie voor ‘symfonische homogeniteit’.

Het dramatische element is erg sterk en het werk bruist van allerlei voorvallen. Ravel laat het orkest in het ene geval grotesk schaterlachen, om het in een volgend elegant te laten zweven.

Zijn uitbeelding van de zonsopgang (aan het begin van het derde tafereel) is een meesterlijke toonschildering: de houtblazers kringelen als mist terwijl de zachtglanzende strijkers het toneel langzaam verlichten. De wilde overgave van het haast liederlijke bacchanaal dat het ballet afsluit, is een van de opwindendste momenten uit de hele muziekliteratuur.

Ravel zet daarvoor het zwaarst bezette orkest in dat hij ooit gebruikte en vulde dat aan met een gemengd koor dat nu eens zingt, dan weer neuriet.

In de Vergelijkende Discografie uit 2015 werden vooral de ‘klassieke’ opnamen van Munch (RCA 82876-61388-2) en Monteux (Decca 475.7525), en de latere van Dutoit (Decca 458.605-2) en Chailly (Decca 443.934-2) geroemd.

Maar nu komt daar een geduchte rivaal bij in de persoon van François-Xavier Roth. Met zijn ensemble Les Siècles zorgt hij voor een uitvoering van de negentien deeltjes ‘sur instruments d’époque’, dat wil zeggen begin twintigste eeuwse Franse instrumenten.

Dat maakt zeker verschil met de genoemde mooiste standaardvertolkingen, maar dit heeft zeker ook te maken met de opvatting van Roth. De muziek klinkt wat poëtischer, glinsterender en sommige mooie details komen wat duidelijker naar voren.

Hoe significant en belangrijk dat is, moet de individuele luisteraar zelf na vergelijking beslissen. Voor uw recensent is dit in elk geval een essentieel, nuttig alternatief om erbij te hebben.