Ravel: Heure espagnole, L’; Chabrier: España. Gaëlle Arquez (ms., Concepcion), Julien Behr (t., Gonzalve), Mathias Vidal (t., Toquemada), Alexandre Duhamel (b., Ramiro), Lionel Lhote (b., Don Iñigo Gomez) met het Münchens omroeporkest o.l.v. Asher Fisch. BR Klassik 900317 (56’11”). 2016
Ravel, bekend verzot op Spanje, voert sinds 1911 de luisteraar in de eenakter l’Heure espagnole op een libretto van Franc-Nohain mee naar het achttiende eeuwse Toledo waar de klokkenmaker Torquemada op het punt staat zijn winkel te verlaten om de stadsklokken te controleren. Zijn nymfomane echtgenote Concepción maakt daar in deze muzikale komedie dankbaar gebruik van door – louter manlijke – bezoekers te verleiden tot een heimelijk liefdesavontuurtje na eerst een staande klok naar de slaapkamer te hebben gezeuld. De grap is dat twee minnaars – Gonzalve en Don Iñigo – zich in klokken hebben verstopt terwijl Concepción en de arme muilezeldrijver Ramiro de liefde bedrijven
Het resultaat is een briljante georkestreerde vijftig minuten muziekkomedie vol Spaans coloriet met vijf solisten. De tikkende klokken zijn geraffineerd in de partituur verwerkt. Het werk eindigt met een vurige habanera en het was dus niet onlogisch om als toegift ook Chabriers populaire Habanera uit 1883 toe te voegen.
Van Ravels werk bestond natuurlijk al een overzichtelijk aantal opnamen:
1954 Ansermet (Decca 433.400-2)
1960 Maderna (Stradivarius STR 1006-2)
1965 Maazel (DG 423.719-2)
1977 Armin Jordan. Erato ECD 75318
1987 Rattle (Warner 51865-4314-2-8, dvd)
1997 Previn (DG 457.590-2)
Het jonge Münchense zangerskwintet bestaat uit jongeren die hetzij van huis uit Franstalig zijn, hetzij die taal goed uitspreken. Ze tonen raffinement, vooral in de conversatiegedeelten, maar ook het juiste gevoel niet alleen op de grappige momenten, maar ook in de eerder cynische gedeelten. Ze hebben ook een duidelijke dictie. Gaëlle Arquez is een galante, verleidelijke Concepción, Mathias Vidal plaatst als Torquenmada heel eigen accenten, Julien Behr (Gonzalve) heeft even nodig om geheel in zijn rol te komen, Alexandre Duhamel is een gewiekste Ramiro en Lionel Lhote een pompeuze Don Iñigo Gomez.
Opvallend genoeg bevat deze opera maar één echte aria: Ramiro’s ‘Voilà!... et maintenant, señora’ afgezien van Concepcións daarop volgende monoloog ‘Oh! La pitoyable aventure’.
Maar lof komt vooral ook de Israëlische dirigent Asher Fisch toe. Meer dan de meeste eerdere dirigenten die vooral elegant klinken, zorgt hij voor kenmerkende Spaanse ritmen en uitgewerkte details. Dat blijkt het mooist in de slotscène waarin de solistenstemmen elkaar overlappen in een gesyncopeerde passage.
Een warm welkom dus door deze fijne uitvoering.