CD Recensies

RAVEL: ENFANT ET LES SORTILÈGES, L', FRANCK

Ravel: L’enfant et les sortilèges; Debussy: L’enfant prodigue. Chloé Briot (s., l’enfant), Nathalie Stutzmann (a., Maman, la tasse chinoise, la libellule), Sabine Devieilhe (s., le feu, la princesse, le rossignol), Jodie Devos (s., la chauve-souris, la chouette, une pastorelle), Julie Pasturaud ms., la bergère, la chatte, un pâtre), François Piolini (t., la théière, le petit viellard, la rainette), Jean-François Lapointe (b., le chat, l’hotloge comtoise), Nicolas Courjal (bs., le fauteuil, l’arbre) e.a. c.q. Karina Gauvin (s.,), Roberto Alagna (t., Azaël), Jean-François Lapointe (b., Siméon) met het koor- en filharmonisch orkest van de Franse omroep o.l.v. Mikko Franck. Erato 0190295-89692-8 (2 cd’s, 1u. 28’37”). 2016

 

Dat Ravels L’enfant et les sortilèges ditmaal niet apart is zoals bij Maazel, zoals bij Maazel (DG 423.718-2), Previn (EMI 747.169-2), Lombard (Valois V 4670) en Jordan (Erato ECD 7531-2), niet gekoppeld is aan Ma mère l’oye zoals bij Rattle (EMI 264.197-2) of Shéhérazade zoals bij Dutoit (Decca 440.333-2) of Ma mère l’oye, zoals bij Slatkin (Naxos 8.660336) maar aan een cantate van Debussy kan zijn voordelen hebben, zeker omdat het om een verklanking gaat die vocaal en instrumentaal met mooie zang van Chloé Briot als het kind, een bezorgde moeder van Nathalie Stutzmann en een briljante verzameling geanimeerde voorwerpen die goed is gekarakteriseerd de vereiste licht magische sfeer oproept.

De cantate die Debussy in 1884 schreef op het thema van De verloren zoon is een vroeg werk waarmee hij voor de derde keer meedong naar de Prix de Rome die hij hiermee won. Het is een sterke compositie die helemaal niet de indruk maakt het werk van een student te zijn. De orkestrale tussenspelen vormen de hoogtepunten, de verzoening van vader en zoon aan het eind kan wat sentimenteel klinken, maar dat blijft hier gelukkig binnen de perken.

De ‘Air de Lia’ is een klacht van de moeder van de verloren zoon waarin Karina Gauvin de vertwijfelde uitroepen ‘Azaël!’ recht uit haar hart laat komen. De verloren zoon zelf, Roberto Alagna, die elegant overkomt maar ook duidelijke sporen van beginnende echte manlijkheid toont die de onoverdreven, ontroerde Jen-Français Lapointe als vader Siméon in zijn kosmopolitische gezin al bezit, te beginnen als wijs en humaan getroost zingt ‘L’enfant prodigue est retour’. Een koor is daarbij overbodig.

Het werk ademt nog de sfeer van Gounod, Saint-Saëns en Massenet, maar is verfijnder gelukkig ook in deze vertolking waarin niet alleen mooi wordt gezonden, maar waarin Mikko Franck zorgt voor weelderig klanktapijt. Ook de opname als zodanig is geslaagd.

In 1962 kreeg het werk een voorbeeldige opname van Jeanine Michaud (s), Michel Sénéchal (t) en Pierre Molet (bs) met koor en orkest van de Turijnse omroep o.l.v. André Cluytens, samen met de Symfonie nr. 3 van Honegger (Arts 43059-2). Later volgde in 1981 een opname met Jessye Norman, José Carreras en Dietrich Fischer-Dieskau, gedirigeerd door Gary Bertini, samen met La damoiselle élue (Orfeo C 012821 A) en in 2009 nog een met Guylaine Girard, Bernhard Richter, Alain Buet en Hervé Niquet als leider, gecombineerd met de Cantate Le gladiateur, Invocation, La damoiseele élue en Printemps (Glossa GES 922206). Maar deze nieuwe mag er ook wezen. Het is nu waarschijnlijk een kwestie welke koppeling het meeste bevalt.