Rossini: Adelaide di Borgogna. Margarita Griskova (ms., Ottone), Ekaterina Sadovnikova (s. Adelaide), Baurzhan Anderzhavov (bs,. Berengario), Miriam Zubieta (s., Eurice), Georghe Vlad (t., Adelberto), Yasushi Watanabe (t., Iroldo) en Cornelius Lewenberg (b., Ernesto) met het Poznan Camerata Bach koor en de Virtuosi Brunensis o.l.v. Luciano Acocella. Naxos 8.660401/2 (2 cd’s, 2u. 02’43”). 2014
Het libretto van Giovanni Schmidt voert ons in deze opera van Rossini terug naar het tiende eeuwse Italië waar Adelaide, de weduwe van de Italiaanse koning Lotario gevlucht is naar het kasteel in Canosso nadat Berengario haar man heeft vermoord.
Ze kan de troon terugveroveren wanneer ze bereid is om te trouwen met Berengario’s zoon Adalberto, maar weigert dat en vestigt haar hoop liever op de mogelijke bondgenoot, de Duitse keizer Otto I van Saksen (Ottone). Het betekende het einde van een onafhankelijk Italiaans koninkrijk en het begin van het Heilige Roomse Rijk.
Een nogal grauwe geschiedenis uit een grijs verleden. De muziek hierbij van Rossini bevat veel secco recitatieven en de keizerlijke held is een travestierol. De opera ging in december 1817 in het Teatro Argentina in première en komt nog uit de Napolitaanse periode van de componist en heeft een plaatsje tussen Armida en Mose in Egitto.
Er zijn andere kenmerken waaruit blijkt dat het om een vrij vroeg werk gaat, zoals de heel mooi uitgewerkte orkestpartij, het uitgebreide gebruik van het koor en een vrij sobere expressie die al zouden kunnen wijzen op volgende werken als Maometto II en Semiramide.
Luister maar eens naar het duet ‘Pur mi lice una volta’ aan het slot van de eerste akte waarin weinig erotiek schuilt. Het had van Semiramide en Arsace kunnen zijn. Verder bevat het drama in twee aktes veel prachtige bel canto muziek, die voortkomt uit de van liefde en strijd vervulde driehoeksverhouding tussen Andelaide, Ottone en Adelberto.
Dit is niet de eerste opname van deze onbekende opera. Twee van die eerdere, ze zijn van Alberto Zedda uit uit 1984 (Fonit Cetra CD 64) en Giuliano Carella uit 2005 (Opera Rara ORC 32) leiden een obscuur bestaan, de dvd opname van Dmitri Jurowski uit 2011 (ArtHaus 101.646) is mogelijk wat bekender.
Deze nieuwe opname laat ons kennismaken met een stel onbekende zangers die gelukkig niet teleurstellen. Dat geldt in de eerste plaats voor de jonge, met concoursprijzen bekroonde Ekaterina Sadnovnikova in de titelrol en de travestietpartij van de alt Margarita Gritskova die beiden geen duidelijk Italiaanse achtergrond hebben. Ook de mannenrollen zijn goed bezet, het koor presteert boven verwachting en dirigent Luciano Acocella continueert het succes dat hij met Bellini’s I Capuleti e i Montecchi (Dynamic 33504, dvd) in 2005 had. In elk geval is dit de best klinkende versie en aangenaam goedkoop ook.