Pianoconcert in G M. 109; Pianoconcert voor de linkerhand in D M. 108; Falla: Noches en los jardines de España. Steven Osborne met het BBC Schots symfonie orkest o.l.v. Ludovic Morlo. Hyperion CDA 68148 (63’03”). 2016
Zelfs de grootste componisten halen zichzelf soms onderuit en Ravel was daar geen uitzondering op. Zo bekende hij dat hij serieus had overwogen om voor zijn Pianoconcert in G de titel Divertissement te gebruiken.
Het eerste en laatste deel van het werk zijn inderdaad vrolijk en opgewekt: let maar op de zweepslag waarmee het werk begint. Maar het werk beval heel wat meer dan geestige snedigheid. Er is ook mysterie, teerheid en drama. Het adagio vormt letterlijk en figuurlijk het hart van dit werk en is niet alleen een toonbeeld van Franse elegantie, maar behoort ook tot de fraaiste, melancholieke trage delen uit de hele pianoconcert literatuur.
Ravel schreef dit concert oorspronkelijk voor eigen gebruik. Hij wilde het uitvoeren tijdens een grootse internationale tournee aan het eind van de jaren twintig vorige eeuw. Maar wegens allerlei onderbrekingen en zijn slechter wordende gezondheid liet de voltooiing langer op zich wachten dan hij had gehoopt.
Toen het werk in 1931 af was, waren zijn fysieke en mentale toestand zo verslechterd dat hij zich niet in staat voelde het concert in het openbaar te spelen. Wel dirigeerde hij tijdens de première het orkest met Marguérite Long achter de vleugel.
Steven Osborne geeft een verrassend verleidelijke vertolking van dit concert, veerkrachtig in de snelle delen, verleidelijk in het langzame met mooi afgewogen rubati. Zijn pianistiek bezit glans en esprit van de verlangde soort.
Dit houdt in dat hij zich in dit werk plaatst op het niveau van Michelangeli (Warner 7243-567.258-2), Argerich (DG 447.438-2), Zimerman (DG 449.213-2) en Wang (DG 479.4954).
Hierna is het geen wonder dat ook het linkerhand concert fraai slaagde. Luister alleen maar eens naar de lange cadens (14’06’-17’20”). Veel is daarbij te danken aan de alerte begeleiding van Morlot. Ook hier doet de vertolking niet of nauwelijks onder voor die van Zimerman, Lortie (Chandos CHAN 8773) en Béroff (DG 423.665-2).
En dan is er als verrassing nog Falla’s Noches en los jardines de España dat tot op heden nog steeds het ideale domein was van Alicia de Larrocha (Decca 410.289-2) met in haar kielzog Barenboim (Teldec 0630-17145-2) en Sarah Walker (Chandos CHAN 10232). Maar ook Steven Osborne, die zich hier terecht meer als primus inter pares bij het orkest dan als echte soliste gedraagt, maakt er met Morlot en het orkest iets typisch Iberisch kleurigs van.
Wie de opname van beide Ravelconcerten met Zimerman of Wang niet als referentie heeft, kan er goed aan doen om met deze fijne uitgave van Osborne in zee te gaan.