Reizenstein: Pianokwintet in D op. 23; Vioolsonate op. 20; Hobosonatine op. 11. Melos ensemble, Erich Grünberg (v), David Wilde (p), Janet Craxton (h), Lamar Crowson (p). Continuum CCD 1024 (70’34”). 1974
Oudere muziekliefhebbers herinneren zich misschien nog wel de concerten van het Hoffnung Festival dat een paar keer in Londen op initiatief van de Deense muziekkomiek Gerard Hoffnung, die ook boekjes met fraaie cartoons publiceerde, werd georganiseerd.
Eén van de werken waarmee furore werd gemaakt was het Concerto populare uit 1956 van de Duits/Engelse componist Franz Theodor Reizenstein (1911-1968) waarin hij handig hoogtepunten uit de romantische pianoconcert literatuur aaneenreeg. Het is nog beschikbaar op Decca 425.401-2 (2 cd’s) met David Owen Norris en het Philharmonia orkest o.l.v. Michael Massey.
Hier wordt echter de aandacht gevraagd voor drie van zijn serieuze composities. Het mooi gewrochte, ook goed benaderbare Pianokwintet uit 1948 verdient hernieuwde aandacht en wordt heel degelijk gespeeld door de leden Lamer Crowson (p), Emmanuel Hurwitz (v), Ivor McMahon (v), Eric Grünberg (va), Cecil Aronowitz (va) en Terence Weil (vc) van het Melos ensemble. Het is een vrij uitgebreid werk met een lichtgeraakt moto perpetuo als markant scherzo. Blijken van Reizensteins ironie ontbreken niet.
Evenmin in de Vioolsonate uit 1945, toegewijd uitgevoerd door Eric Grünberg en David Wilde. De mooie melodiek en de harmonische inkleuring geven het werk een fris, inventief karakter. Het derde en laatste werk is de Hobosonatine uit 1937, een kostelijk stuk dat bij toerbeurt geestig en klaaglijk klinkt en dat in perfecte sfeer wordt voorgedragen door Janet Craxton en Lamar Crowson. De verdoeking van de lp Oiseau Lyre SOL 344 is op zich geslaagd, maar klinkt wel wat vergankelijk.