Reicha: Grande sonate in C; ‘Fantaisie sur un seul accord’ uit Practische Beispiele nr. 4; ‘Capriccio’ uit Praktische Beispiele nr. 7; ‘Harmonie’ uit Practische Beispiele nr. 20; Pianosonate in F op een thema van Mozart; Étude op. 97/1. Ivan Ilić. Chandos CHAN 10950 (66’47”). 2016
De tot de Weense klassieken behorende Boheemse componist Antonin Rejcha (1770-1836) wiens naam werd verduitst tot Reicha. Hij werd gedurende zijn tijd in Bonn en Wenen goed bevriend met Beethoven en verkeerde ook in kringen met Haydn, Salieri en Albrechtsberger. We kennen hem vooral als de man (quasi uitvinder) van het blaaskwintet voor fluit, hobo, klarinet, hoorn en fagot; hij componeerde er 24. Maar hij schreef zoveel meer: symfonieën, een sinfonia concertante voor fluit, viool en orkest, Fluitkwartetten, een hobokwintet en een requiem.
Dat hij ook een breed repertoire aan werken voor pianosolo op zijn naam bracht, was nauwelijks bekend. Niet zo’n wonder, want veel daarvan hield ongepubliceerd een lang soort winterslaap in de Bibliothèque nationale de France en verscheen pas korte tijd geleden in druk.
Het is te danken aan de in Parijs wonende Servisch-Amerikaanse pianist Ivan Ilić dat we nu kunnen kennismaken met dit niet onbelangrijke segment van Reicha’s oeuvre. Deze cd is daarvan afgaande op de aankondiging ‘Volume 1’ nog slechts het begin met twee sonates en wat studiemateriaal, afgezien van de Étude gekozen uit de Practische Beispiele.
Natuurlijk is te horen hoezeer deze voorbeelden passen binnen het kader van wat we kennen van de ‘Weense klassieken’, maar het valt niet te ontkennen dat Reicha best een oorspronkelijke stem heeft. Ilić zorgt voor geacheveerde, stijlvolle, heldere vertolkingen. Uit het vervolg van de reeks zal moeten blijken hoe interessant en belangrijk het piano oeuvre van Reicha werkelijk is na dit goede begin.