Rezniček: Schlemihl (een symfonisch levensverhaal); Fantasie ouverture Raskolnikoff. Nobuaki Yamanasu (t) met het WDR Omroeporkest Keulen o.l.v. Michail Jurowski. CPO 999.795-2 (66’54”). 2001

In het Jiddisch is een sjemiel een sukkel, een stakker die hij als de schaduwloze eeuwige verliezer aantrof in een roman van Adelbert von Chamisso uit terwijl Raskolnikoff bij Dostojevsy de arme ex student uit Schuld en boete is die een pandjesbaas vermoordt. Twee mislukkelingen, muzikaal bijeengebracht door Emil Nikolaus von Rezniček (1860-1945) die vooral bekend werd en bleef met de ouverture tot de opera Donna Diana uit 1894. De man, die tijdens een bombardement op Berlijn omkwam, moet gevoel voor humor hebben gehad en noemde zichzelf wel ‘Een normaliteitshater’.

In 1912 werd Schlemil verwerkt tot een ongeveer drie kwartier durend symfonisch gedicht in de trant van Richard Strauss met eigen geluid als ‘anti-Heldenleben’. Als portret voor kamerorkest volgde Raskolninoff in 1925, ditmaal in de vorm van een fantasie-ouverture naar het voorbeeld van Tchaikovsky. 

In beide gevallen gaat het om briljante, mooi georkestreerde muziek vol duidelijk geuite gevoelens. Op de wat onzekere tenor na zijn de Keulse vertolkingen van dit aangenaam verrassende repertoire zeer to the point.