Rochberg: Symfonie nr. 5; Black sounds; Transcendental variations nr. 1-7. Omroeporkest Saarbrücken o.l.v. Christopher Lyndon-Gee. Naxos 8.559115 (61’03”). 2000
In het Amerikaanse muziekleven had de als jazzmusicus en pianist begonnen en nooit voor scholing in Europa opgedoken George Rochberg (1918-2005) een grote rol. Als componist werd hij pas na W.O. II en stidie aan het Curtis Institute in Philadelphia van grotere betekenis. Hij bezweek aanvankelijk voor het twaalftoonsysteem, maar wekte ook bewondering van Varèse voor wie hij omgekeerd in 1964 Apocalyptica voor blazers, piano en slagwerk (enigszins à la Ionisation) schreef. Hier klinkt dit werk in een het jaar daarop nader georkestreerde vorm onder de titel Black Sounds en hoort te worden voorafgegaan door een citaat uit Shakespeares The tempest.
Later zocht Rochberg als een van de voorvechters van de ‘Back to Beethoven’ beweging voor meer aansluiting bij de publieke smaak wat een ommekeer in zijn stijl veroorzaakte. Daarom is het lastig veronderstelbaar dat de Transcendental Sounds met hun milde klankgemiddelde en zwelgend geluid voor strijkorkest uit 1975 van dezelfde componist zijn. Het is wel een ideaal introductiestuk.
De opvallend mooie expressieve en gepassioneerde ééndelige symfonie uit 1985 is met zijn bijna een half uur lengte gelukkig weer kernachtiger in de beste traditie van Mahler en Shostakovitch. De finale bevat een langgerekte, dromerige cellosolo.
In een drietal voortreffelijke uitvoeringen toont Christopher Lyndon-Gee grote affiniteit met de componist.