CD Recensies

RAVEL: DAPHNIS ET CHLOÉ E.A., GIMENO

Ravel: Daphnis et Chloé; Une barque sur l’océan; Pavane pour une infante défunte. WDR Omroepkoor Keulen en het Luxemburgs filharmonisch orkest o.l.v. Gustavo Gimeno. Pentatone PTC 5186-652 (72’35”). 2017

 

Weinig werken hebben Ravel zoveel hoofdbrekens bezorgd als zijn balletmuziek Daphnis et Chloé, maar zijn inspanningen bleken zeer de moeite waard. De opdracht kwam n 1909 van de Russische impresario Serge Diaghilev tijdens het eerste Parijse seizoen van zijn Ballets russes. Ravel was vanzelfsprekend verguld met de opdracht en zette zich meteen aan het werk met choreograaf Mikhail Fokine. Ravel voelde zich echter wat ongemakkelijk over de expliciet erotische aard van Fokine’s scenario op basis van een verhaal uit de Griekse mythologie. 

Zelfs nadat ze een compromis hadden gesloten, verliep de voortgang moeizaam. Hoewel bestemd voor het seizoen van 1910 ging Daphnis pas in 1912 in première. Als ballet had het een bescheiden succes, maar als muziek kreeg het werk een klassieke status. Ravel beschouwde dit als zijn belangrijkste schepping en beschreef het als een ‘grote choreografische symfonie’ en een groots muzikaal fresco’. Volgens hem zorgde de strakke thematische constructie voor symfonische homogeniteit.

Met alle waardering voor Gustavo Gimeno en de zijnen moet je op een al overvolle markt met opnamen van dit werk - zoals uit de Vergelijkende Discografie en latere losse besprekingen blijkt - zijn de beste te vinden bij Monteux (Decca 448.803-2, 475.7525), Dutoit (Decca 458.605-2) en Boulez (DG 447.057-2) - als dirigent en orkest van zeer goeden huize zijn, wil je echt in dit werk in de eredivisie meedingen. Goed als het resultaat is, vooral ook mooi opgenomen, er zijn dus betere versies. De twee extra werken zorgen wel voor wat toegevoegde waarde.

Er was trouwens al een opname van het Luxemburgse orkest onder Branwell Tove (Glor Classics GC 08141) die ook de eindstreep niet haalde