Röntgen: Romance in g; Vioolsonate nr. 4 in E op. 40; Fantasie voor soloviool; Suite Aus Jotusheim; Sonata trilogica. Atsuko Sahara en John Lenehan. Toccata Classics TOCC 0024 (80’13”). 2008

Dit is deel I van de volledige opname van Röntgens kamermuziekwerken. Hij begon inderdaad zijn compositorische werk in 1864 met de prille Romance in G die ongetwijfeld volgt in een verdere opname. Als op. 1 staat inderdaad de Vioolsonate nr. 1 in b te boek.

Van de vijfdelige Suite Aus Jotusheim uit 1892 bestaan ook een orkest versie en eentje voor hoorn en piano. Het is de oudste compositie op deze cd. Chronologisch volgen dan.de Romance in g en de Vioolsonate nr. 4 in E op. 40 die uit 1920 zijn. Dan komen de vierdelige solo Fantasie uit 1921 en de Sonate trilogica uit 1925.

Uit deze werken blijkt hoezeer het oeuvre van Julius Röntgen (1855-1932) stevig was verankerd in de negentiende eeuw. Niet zo’n wonder met zijn achtergrond die  nog stevig was geworteld in de door Schumann beheerste Leipzigse muziekwereld . Dit heeft het voordeel dat men snel vertrouwde raakt met Röntgens werken. Dan blijkt verder dat deze niet veel onderdoen voor die van Schumann en van Brahms in zijn jonge jaren. Alleen kwam Röntgen nauwelijks verder dan het punt waar die beroemderen begonnen. Maar een zekere charme valt zijn werken niet te ontzeggen. Juist ook in de snellere delen waar ook nog iets van Mendelssohn lijkt door te klinken.  

Of het niet een beetje een schande is dat de meeste Nederlandse musici met een boog om Röntgen lopen, lijkt een goede vraag. Gelukkig zijn daar de Japanse Atsuko Sahara en de Engelse pianist John Lenehan die plaatsvervangend voor meer dan verwacht mooie vertolkingen van deze werken zorgen. Ze geloven daar kennelijk in en zetten zich er royaal voor in.