Rachmaninov: Symfonie nr. 1 in d op. 13. Philharmonia orkest o.l.v. Vladimir Ashkenazy. Signum SIGCD 484 (43’23”). 2016
Was het echt nodig dat Ashkenzy voor de derde keer de Eerste symfonie van Rachmaninov opnam? Hij deed dat immers al heel succesvol begin jaren tachtig met het Concertgebouworkest (Decca 436.479-2 met Het dodeneiland en op 421.065-2, met de beide andere symfonieën samen op 3 cd’s) en in 2007 met het Sydney symfonie orkest (Exton EXC 00018 in een uitgave van de complete orkestwerken op 5 cd’s)?
Ja, het had zeker zin om deze opname van een concert dat in november 2017 in de Royal Festival Hall werd gegeven publiekelijk te maken. De componist en de pianist/dirigent hadden altijd al een mooie liefdesverhouding en wist ons te overtuigen van de ernst van diens muziek die een stuk uitgaat boven oppervlakkig emotionalisme.
Deze symfonie die zo’n desastreuze première had in 1897, krijgt hier een van veel ervaring en autoriteit blijk gevende, mooi gespierde verklanking waarin de dirigent mooi aantoont hoe details moeten worden vormgegeven en hoe de melodische momenten impact maken. Dat gaat bijvoorbeeld over de alerte blazerssoli aan het begin en de machtige tutti uit de finale. Hooguit kunnen we beklagen dat geen ander werk is opgenomen, want net geen drie kwartier muziek is wat magertjes. Ook Jansons gaf destijds in St. Petersburg Dodeneiland extra (EMI 556.754-2) en Kocsis verraste met de Festival ouverture van Dohnányi en door de dirigent georkestreerde liederen van Debussy (BMC CD 101).