CD Recensies

RAMEAU: GRAND THÉÂTRE D'AMOUR, LE, DEVIEILHE

Rameau: Le grand théâtre d’amour. ‘Forêts paisiblres’, ‘Viens, Hymen’; ‘Arrètez! …. ici je vois partout… pour jamais l’amour nous engage’; ‘Vaste empire des mers’ (bew), ‘Chaconne’, ‘Régnez, plaisirs et jeux’ uit Les Indes galantes; Feuillages verts naissez; Ouverture Pygmalion; ‘Est-il beau?’, ‘Pour voltiger dans le bocage’ uit Les Paladins; ‘Contredanse’ uit Les fêtes de l’Hymen et de l’Amour ou Les dieux d’Egypte; ‘Je ne sais quel ennui me presse’ uit Naïs; ‘Un horizon serein’, ‘Contredanse’ uit Les boréades; ‘Ritournelle’ uit Hippolyte at Aricie; ‘Tendre amour’ uit Anacréon; ‘Ballet figuré’ uit Zoroastre; ‘Coulez, mes pleurs’ uit Zaïs; ’Sommeil’ uit Dardanus; ‘Air tendre en rondeau’ uit Zoroastre; ‘Tristes apprêts, pâles flambeaux’ uit Castor et Pollux; ‘Tambourins’ uit Les fêtes d’Hébé; ‘Formons les plus brillts concerts …. Aux langueurs d’Apollon’ uit Platée. Sabine Devieilhe (s), Samuel Boden (t), Aimery Lefève (b) en Jeune choeur de Paris met Les ambassadeurs o.l.v. Alexis Kossenko. Erato 934149-2 (80’06”). 2013

 

n een bescheiden rol in werk van Gustave Charpentier konden we in 2011 kennis maken met de Franse lyrische sopraan Sabine Devieihe. Intussen won ze de Victoires de la musique prijs en hier krijgt ze de gelegenheid om zich te profileren in een programma met aria’s, een duet en een trio (kort onderbroken door wat orkestrale tussenspelen) waarin essentiële momenten ui het rijke operasegment van Rameau, te beginnen in 1733 met brokje  uit Hippolyte et Aracie, met het meeste uit Les indes galantes (1735) tot Les paladins (1760).

Zelf stelde de componist ooit ‘Ware muziek volgt de taal van het hart’, wat Sabine de Vieilhe vrij lijkt te vertalen in ‘Cupido in de baas van zijn grand théâtre’. Wij gewone zielen zijn daarin eerder marionetten dan toneelspelers.

Het programma is knap opgebouwd en verloopt via alleen de denkbeeldige hoofdpersoon van een jeugdige onschuld naar uitingen van verlangens, vreugde, twijfel en wanhoop. Het was moeilijk daaruit een homogeen geheel te vormen, maar daar staat tegenover dat aan afwisseling geen gebrek is en dat in kort bestek een goed beeld wordt gegeven van Rameau’s werk op barok operagebied. 

Sabine Devieilhe weet wat heel moois van deze anthologie te maken. Daar valt werkelijk niets op aan te merken. Hoogtepunten zijn het meteen fijn in het gehoor liggende ‘Air pour les savages’ uit Les indes galantes en het weemoedige ‘Tristes apprêts’ uit Castor et Pollux.

Gelukkig is de begeleiding even voortreffelijk; het ‘authentiek klinkende Les ambassadeurs krijgt in wat tussenspelen nader de kans om dit te bewijzen. Profilering van de zangeres geslaagd.