CD Recensies

ROLLA: KAMERMUZIEK

Rolla: Duetten voor viool en altviool op. 7/1 in c, op.7/2 in Es, op. 7/3 in d, op. 13 in Bes; op.4/2 in c, op. 7/2 in Es, opp.9 in C, ‘Adagio’ uit Duet op. 7/1 in C; Vioolsonates nr.1 in G BI 294 en 2 in Es BI 291; Piccolo adagio e tema con variazioni in d BI 290; Divertimento in c BI. 295; Strijktrio’s nr. 1 op. 1/1 in F, 2 op. 1/2 in C en 3 op. 1/3 in G;; Strijktrio’s nr. 1 in A, 2 in c en 3 in D; Strijkkwartetten op. 2/1 in A BI 410, op. 2/2 in f BI 405 en op. 2/3 in C BI 397; Vioolconcert in A BI 521. Resp. Ruggero Marchesi (v) en Stefano Marcocchi (va), Isabelle Faust (v) en Thomas Riebl (va); Ruggero Marchesi (v) en Roberto Guglielmo (p), Ruggero Marchesi (v), Stefano Marcocchi (va) en Jorge Daniel Rossi (vc), Il trio concertante; Rugger Marchesi en Roberto Ilaqua (v), Stefano Marcocchi (va), Jorge Daniel Rossi (vc) en Ruggero Marchesi met het Symfonie orkest van de provincie Matera o.l.v. Fernando Alvarea. Pan Classics PC 10383 (7 cd’s, 7u. 06’30”). 2017

 

De muziek van de Alessandro Rolla (1757-1841), niet te verwarren met zijn zoon Antonio, blijkt volgens  het hier gepresenteerde uitgebreide kamermuziekprogramma uit dit album vrij conventioneel van aard, maar daarom niet minder de moeite waard. Rolla was de leraar van Paganini en ontwikkelde nieuwe, betere technieken voor het vioolspel, technieken als pizzicato voor de linkerhand, chromatisch stijgende en dalende toonladders en een beter gebruik van de hoogste posities, waarvan Paganini later dankbaar gebruik maakte. 

Zijn werken zijn vervuld van betekenis en klinken zeker niet hol. Soms duiken ineens oorspronkelijke gedachten op. Dat hij een voorkeur had voor de altviool is begrijpelijk wanneer we weten dat dat zijn eigen instrument was, hoewel hij leider van het hoforkest in Parma en later als aanvoerder bij de violen in het Scala orkest in Milaan speelde, voordat hij ook daar dirigent werd.

Als componist was hij bijzonder productief door bijna negenhonderd werken te schrijven daaronder alleen al eenentwintig vioolconcerten.

Maar de bulk van zijn oeuvre is te vinden op kamermuziekgebied. Discografisch beschouwd een vrij onontgonnen, grijs terrein. Een vaste kern Italiaanse musici, aangevuld met een gerenommeerd iemand als Isabelle Faust, legt op zeven cd’s (de laatste als royale bonus met een van die Vioolconcerten uit 1802) een uitstekende basis om deze Rolla beter te leren kennen.

Dat moet liefst mondjesmaat tegelijk gebeuren om het boeiend te houden. Maar het steeds hoge niveau der uitvoeringen maakt de  nadere kennismaking met Pagani’s leraar aangenaam en boeiend. Gek eigenlijk, dat we zo lang nauwelijks van de man wisten. Hier is daarom een nuttige daad gesteld.

Er is zelfs een Kamerorkest Alessandro Rolla dat met Guido Rimonda een opname maakte van de Symfonie in D BI. 533, het Vioolconcert in C en het Adagio in F ‘Per l’amico Cavinatti’ (Bongiovanni GB 5618-2), terwijl er diverse opnamen van een stel Vioolconcerten circuleren (bijvoorbeeld van Paolo Ghidoni, Dynamic CDS 714).