Rachmaninov: Francesca da Rimini op. 25. Sveta Vassileva (s., Francesca), Gennadi Bezzubenkov (bs., geest van Virgilius), Misha Didyk (t., Paolo), Evgeny Akimov (t., Dante), Sergey Murzaev (b., Lancotto Malatesta) met de BBC Singers en het BBC Filharmonisch orkest o.l.v. Gianandrea Noseda. Chandos CHAN 1044-2 (64’46”). 2007
In de muziek werd Francesca da Rimini van Dante vooral bekend door Tchaikovsky’s symfonische gedicht op. 32, bijvoorbeeld heel mooi te horen van Gustavo Dudamel (DG 477.802-2) uit 1876. Dat Rachmaninovs 28 jaar later op slechts een twaalftal regels uit dezelfde vijfde zang van Dante’s Inferno gebaseerde eenakter in twee taferelen met proloog en epiloog uit 1904 nooit populaire werd, komt op rekening van het zwakke libretto van Tchaikovsky’s broer Modest. Ter verontschuldiging kan gelden dat daaruit ook niet eenvoudig chocola te maken valt van de geschiedenis van Francesca en Paolo. De librettist moest een onevenredig grote rol voor de versmade echtgenoot Lanceotto bedenken om Chaliapin (die de rol tenslotte nooit zong) te gerieven.
Het werk ging in 1906 in Moskou in premiere en het beste daarvan is de kleurige, beeldende orkestpartij. Maar het ontbreekt te veel aan dramatische interactie tussen de zangers. Op het toneel zullen we het werk niet gauw tegenkomen, maar he is fijn dat het een keer in de studio werd opgenomen.
Dan blijkt ineens toch dat Sergey Murzaev een van ironische gloed doortrokken, welsprekend portret kan maken van de treurend-jaloerse Lanceotto, Svetla Vassileva een ontroerende invulling geeft aan de treurende Francesca die zich niet ontvankelijk verklaart voor zijn protesten en sereen zingt in ijdele hoop van haar klacht, verwachtend om tenminste in de hemel met Paolo te worden verenigd. De Paolo van Misha Didyk klinkt dringend, maar niet steeds duidelijk verstaanbaar en Gennady Bezzubenkov toont zich een vastberaden Virgilius die Evgeny Akimov als Dante door een ongelukkig tafereel leidt.
Voor een hoogtepunt zorgt het orkest gedurende bijna vijftig maten lange zoenscène. Fijn dat er eindelijk een behoorlijke opname van dit vergeten werk is.