CD Recensies

ROUSSEL: SUITE IN F; POUR UNE FÊTE DE PRINTEMPS; ÉVOCATIONS

Roussel: Orkestsuite in F op. 33; Pour une fête de printemps op. 22; Évocations op. 15 nr. 1-3. Kathryn Rudge (ms), Alessandro Fisher (t), François le Roux (b) met het BBC filharmonisch koor en -orkest c.q. het Birmingham symfonie orkest o.l.v. Yan Pascal Totelier. Chandos CHAN 10957 (70’45”). 2017

 

Een uitgave als deze doet realiseren hoezeer Albert Roussel (1869-1937) intussen lijkt te zijn vergeten. Een tijdlang standen zijn Symfonieën nr. 3 en 4 en de balletmuzieken Le festin de l’ariagnée en Bacchus et Ariadne regelmatig op de concertprogramma’s, tegenwoordig hoort men ze zelden of nooit meer buiten Frankrijk.

Roussel was als componist een muzikale laatbloeier. Hij bracht eerst zeven jaar op zee door voordat hij bij Vincent d’Indy in Parijs aan de Schola cantorum ging studeren.

Zijn muzikale loopbaan is eenvoudig te splitsen in twee duidelijk gescheiden fasesen die scheiding ontstond tijdens de Eerste Wereldoorlog toen hij was ingezet als chauffeur van een ambulance. Zijn vroege werken behoren nog duidelijk tot de van d’Indy geërfde traditie, die hij via Debussy wat uitbreidde, terwijl de later meer wordt bepaald door het neoclassicisme, misschien niet zozeer dat van Stravinsky als wel dat van Hindemith met ranke, heldere texturen, scherpe contouren en stuwkracht. 

Van de drie composities die Tortelier dirigeert is de Cantate Évocations op drie in het Frans uit het Sanscriet vertaalde teksten het oudste (1910). Het  nogal monumentale werk voor groot bezet koor en orkest waarin de componist zich ervaringen en belevenissen uit India herinnert, maakt duidelijk hoezeer de componist op Debussy voortbouwde. Bij de solisten onderscheiden zich vooral de jonge mezzo Kathryn Rudge en de oude routinier Le Roux.

De Suite in F uit 1926 lijkt uit een heel andere wereld te komen. Daartussen is het symfonisch gedicht Pour une fête de printemps uit 1920, ooit bedoeld als scherzo voor de Symfonie nr. 2, duidelijk een overgangswerk.

Tortelier toont zich heel goed thuis in deze werken, die hij verfijnd en met smaak weergeeft. Het is vooral genieten van de bruisende motorische energie van de Suite