Rheinberger: Sextet voor piano, 4 houtblazers en hoorn in F op. 191b; Nonet voor 4 houtblazers, hoorn en strijkkwartet in Es op. 139. Consortium classicum. MDG MDG 301-1453-2 (68’22”). 2006
Naarmate we via cd’s meer te horen krijgen van Joseph Rheinberger wordt de in de tweede helft van de negentiende eeuw levende Duitse componist interessanter. Dat hij veelzijdiger is dan de schrijver van orgelwerken en de opera Der arme Heinrich, blijkt uit dit tweetal kamermuziekwerken op grotere schaal/
Zowel bij het Sextet als bij het Nonet gaat het om mooi romantische werken in tamelijk herfstachtige tinten. Dat het karakter van de werken vrij ontspannen is en de ritmische contouren nogal vloeiend, heeft ook de maken met het feit dat ze voor louter melodie-instrumenten zijn geschreven. Een piano erbij in het Nonet zoals in het Sextet had dat beeld veranderd. Dat de muziek wat vrouwelijk en weinig stoer en uitdagend lijkt, wordt wel toegeschreven aan de invloed van zijn leerlinge en latere echtgenote Franziska von Hoffnaaß.
Hoe dat ook zij, beide werken worden door het beproef de Consortium classicum, met als enige vrouw in zijn midden fluitiste Kornelia Brandkamp, tot in de puntjes verzorgd, mooi homogeen met sprekende details gespeeld.