Rossini: Ouvertures La scala di seta; Tancredi, L’Italiana in Algeri; Il barbiere di Siviglia; La gazza ladra; Matilde di Shabran; Semiramide; Le siège de Corinthe; Guillaume Tell. Orkest van het Teatro communale di Bologna o.l.v. Michele Mariotti. Pentatone PTC 5186-719 (81’37”). 2018
In de Ouvertures voor zijn opera’s is Rossini als een goede Italiaanse kok die al roerend en goed gedoseerd wat groente en kruiden toevoegt een heerlijke lekkere, voedzame soep niet te warm meer als voorgerecht opdient.
Daarnaar streeft ook Michele Mariotti die er op een puik klinkende cd tien serveert met als gevolg een heel royale speelduur van zijn cd. Een voordeel is verder dat hij een met dit repertoire heel vertrouwd orkest ter beschikking heeft.
Maar in de discografie zijn natuurlijk heel wat meer van dergelijke opnamen te vinden, beginnend bij Arturo Toscanini, gemaakt tussen 1936 en 1945 (RCA 74321-68012-2, Aura AUR 2330-2), gevolgd door de jonge Carlo Maria Giulini (EMI 769.042-2) en Claudio Abbado (RCA VD 87814).
Riccardo Chailly nam ze compleet op (Decca 443.850-2) en Antonio Pappano meldde zich wat later (Warner 2564-6243440). In een Vergelijkende discografie werd daar aandacht aan besteed in 2013.
Curieus genoeg is er één opname die me altijd bijzonder heeft gefascineerd als typisch raak, namelijk die van een niet-Italiaans orkest onder een niet-Italiaanse dirigent: het Chicago symfonie orkest onder Fritz Reiner (RCA GD 60387) uit 1958.
Met zoveel sprankeling en plooibare virtuositeit heeft het zestal daar geregistreerde ouvertures zelden geklonken. Jammer dat de pret al na 46’56” minuten is afgelopen.
Kwantitatief en opnametechnisch heeft Mariotii heel wat meer te bieden, maar zich duidelijk positief onderscheiden van de andere genoemden is niet aan de orde.