CD Recensies

REINECKE: HARPCONCERT, FLUITCONCERT, BALLADE

Reinecke: Harpconcert in e op. 182; Fluitconcert in D op. 283.   Ballade in D op. 288. Fabrice Pierre (hrp) en Patrick Gallois (fl) met het Zweeds kamerorkest o.l.v. Patrick Gallois. Naxos 8.557404 (55’27”). 2004

 

Carl Reinecke (1824-1910) werd en bleef bekend dankij twee van zijn composities: zijn Fluitsonate met de titel Undine uit 1882 en zijn Fluitconcert uit 1908. Beide nogal retrogressieve werken in stilist opzicht die in een blinddoektest evengoed aan Schumann of Mendelssohn hadden kunnen worden toegeschreven. De nodige bekendheid kreeg Reinecke vooral als dirigent en als leraar van Bruch en Grieg. Hoe hij bij al zijn drukke bezigheden een opusaantal van 288 bij elkaar kreeg, is een raadsel.

Maar een grote vaardigheid en verbeeldingskracht in concertante werken valt hem tot op hoge leeftijd niet te ontzeggen. Zijn Harpconcert uit 1884 behoort net als zijn Fluitconcert uit 1908 tot zijn late werken. 

Het romantisch-tere Harpconcert met zijn mooie thema’s en zijn blijken van grote inventiviteit wordt beschouwd als een van de beste voor dat instrument in zijn soort omdat de muziek niet slechts een decoratief karakter heeft.

Sinds de oude opname van Nicanor Zabaleta (DG 463.648-2) bestaan daar aardig wat opnamen van. Ondanks de mineur toonaard is het een vrolijk werk en Fabrice Pierre pakt die sfeer meteen god op in een dartel, zorgeloos klinkende uitvoering met het zangerige middendeel als lyrisch hoogtepunt tussen twee dartele snelle delen met een danskakter van de finale waarin hij goed zijn grote virtuositeit toont.

Het Fluitconcert is nog beter vertegenwoordigd op cd sinds Rampal (Warner 462362-2) met verder Galway (RCA 09026-63437-2) en Bezaly (BIS SACD 1679). Fijne compositie met een langzaam deel dat het karakter van een bel canto aria heeft in heel mooi wordt ‘gezongen’ door Patrick Gallois die beweert te hebben afgedaan met wat discrepanties in dit werk. Vaardig, robuust en expressief spelend ageert hij in de dubbelrol van solist en dirigent die het Zweeds kamerorkest dat niet uit Stockholm, maar uit Örebro komt met een lichte toets keurig laat begeleiden.

De net geen 10 minuten durende Ballade voor fluit en orkest is een mooie toegift.

Naxos registreerde dit alles helder en dynamisch in de plaatselijke concertzaal en zorgde zo, ook de prijs, voor een ideale Reinecke bijdrage.