Reger: Serenades voor fluit, viool en altviool in D op. 77a en G op. 141a; Klarinetkwintet in A op. 146. Oxalis. Fuga Libera FUG 553 (68’30”). 2008 

Net als oma’s havermoutpap is de muziek van Reger gezond en voedzaam, maar niet zo lekker om ervan te smullen. Dat moge in het algemeen voor de niet zo licht verteerbare muziek van deze componist gelden, maar het Klarinetkwintet vormt een uitzondering op die regel.

Met zo’n mooi lyrisch begin moet men zich meteen gewonnen geven voor deze compositie die een ereplaats verdient naast de kwintetten van Mozart en Brahms, he complex de muziek ook is. De natuurlijke, heel muzikale wijze waarop het werk wordt vertolkt, helpt natuurlijk ook. In her scherzo blijken voor Reger onvermoede sporen van humor en zit een zonnig en zangerig trio, terwijl het langma deel een soort nocturne is. Het thema met variaties dat de finale vormt, is een eerbetoon aan Mozart.

De beide Serenades voor een wat minder gebruikelijke trioformatie blijken ook goed verteerbaar en verdienen grotere bekendheid.

Toon Fret (fl), Nathalie Lefèvre (kl), Shirly Lab en Frederic d’Ursel (v), Elisabeth Smalt (va) en Matijn Vink (vc) van het Oxalis ensemble hebben veel en mooie kleuren op hun palet en laten die met glans afgewerkt ook duidelijk horen.