Rolón: Les papillons blancs; Pianostukken op.12 nr. 1-5; Madrigal tapatio; Valse caprice op. 14; Danzas indigenas mexicanas nr. 1-3; Menuet op. 3; Kleine pianostukken op 3 nr. 1-5; 2 Études; Valse intime; Pianokwartet. Claudia Corona (p), Michael Dinnebier (v), Sylvie Altenburger (va) en Walter-Michael Vollhardt (vc). TYXart TXA 18120 (2 cd’s, 1u., 19’43”). 2018

De Mexicaanse componiste José Rolón (1876 - 1945) speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van de serieuze muziek in haar land. Na in Gualdajara de eerste muziekopleiding te hebben genoten, ging ze van 1903 tot 1907 in Parijs piano studeren bij Moszkowski en theorie bij Gedalge; ze had ook les van Nadia Boulanger en Paul Dukas. Terug thuis richtte ze in 1915 in haar geboorteplaats een symfonie orkest op en enige tijd later ook een muziekacademie. Zelf speelde ze bij voorkeur Franse muziek van Milhaud en Varèse.

Maar ze ging ook componeren en dit dubbelalbum met cd premières levert daarvan een mooi bewijs.

Eerder waren in verzamelprogramma’s wel een paar werken van haar verkrijgbaar, als het orkestwerk El festin de los Enanos (Spartacus 21004), de Valse caprice Sobre las olas op. 14 (Cedille CDR 90000.132) en Henryk Szeryng nam de Danza mexicana op (Decca 483.4494), maar dit nieuwe omvangrijke programma geeft een veel duidelijker inzicht in haar uiteraard Mexicaans getinte muziek met soms nog iets van Franse invloed.

Dit programma met werken die we voor het eerst te horen krijgen, geeft echter een veel vollediger beeld van Rolón als componiste van pianowerken en kamermuziek. De Mexicaanse pianiste Claudia Corona die tegenwoordig in Duitsland (Freiburg) woont en werkt, draagt dit idioom in haar genen mee en is mede daarom een ideale interpreet van Rolóns pianowerken, In het Pianokwartet voegen drie gelijkgestemde strijkers zich bij haar en samen zwaaien ze zichzelf uit met   een pittig en zwierig allegro giocoso vivace.