Ruggieri: Prigionero d’amor. Cantates ‘Lidio, non ho piú core’ op. 5/8; ‘Da due pupille’ op. 5/6; ‘Io seguo e adore’ op. 5/1; ‘Aure, voi ch’ognor d’intorno’ op. 5/7; Sonates voor 2 violen, cello en orgel in g op. 4/2 en A op. 4/7. Aberdeen Early music collective. Vox Regis VXR 0005 (58’32”). 2018
De in Verona geboren Giovanni Maria Ruggieri (ca. 1669 - 1714) was als impresario werkzaam in Venetië maar componeerde een dozijn opera’s, een Gloria, twaalf Cantates en een stel Sonates voor 2 violen, altviool/theorbe en orgel op. 3 en voor 2 violen, cello en orgel op. 4.
Hij moet nogal een kleurige, chaotische figuur zijn geweest die zelfs even in het gevang belandde omdat hij schulden had gemaakt om een opera opgevoerd te krijgen.
Hier blijkt dat Ruggieri in zijn cantates gebruik maakt van vrij arcadische liedespoëzie. Opus 5/1 en op. 5/8 gaan over onbeantwoorde liefde, op.5/6 over nieuw gevonden liefde, in nr. 7 wordt getreurd om de afwezige geliefde.
De aan de Habsburgse keizer Leopold I opgedragen Sonates zijn in de da chiesa vorm en het valt op dat de componist hier de technische mogelijkheden oprekt. De langzame delen klinken plechtig, de snelle dansant en voorzien van fugatische technieken.
Aberdeen Early music collective is een flexibel ensemble dat op oude instrumenten speelt en een internationale samenstelling heeft. Tot de bij dit project betrokken musici behoren sopraan Frauke Jürgensen, Carolyn Ritchie (cello), Jamie Akers (theorbe) en Ralph Stelzenmüller (kl).
Gevangen door de liefde is een aardig gevonden titel.