Rimsky-Korsakov: Symfonieën nr. 1 in e op. 1, 2 in fis op. 9 Antar, 3 in C op. 32; Ouverture Groot Russisch Paasfeest op. 36; Capriccio espagnol op. 34. Göteborg symfonie orkest o.l.v. Neeme Järvi. DG 4293.604-2 (2 cd’s, 2u., 06’20”). 1987
De jonge Nikolai Rimsky-Korsakov was voorbestemd voor een carrière op zee, maar hij liet de muziek nooit achter zich en schreef bijvoorbeeld het langzame deel van zijn heel nationalistische Symfonie nr. 1 mijlenver van huis toen hij voor anker lag bij het zeer on-Russische Gravesend.
Symfonie nr. 2 met de bijnaam Antar heeft een ingewikkelder historie. Het oorspronkelijke werk is uit 1868, maar werd in 1875, 1897 en 1903 herzien en tenslotte omgedoopt tot Symfonische suite. Wat in deze werken ontbreekt aan symfonische samenhang, wordt ruimschoots gecompenseerd door kleur en charme. Sommig materiaal is wat dunnetjes van aard, maar wordt wel inventief verwerkt.
De betekenis van Antar is me onbekend in dit verband. Er was in de zesde eeuw wel aan Arabische dichter met die naam.
Dat zijn reputatie en zijn beheersing over het orkest steeds groter waren geworden, toont de meer verfijnde Symfonie nr. 3 uit 1873, met een herziening in 1886 aan, vooral in het scherzo en de allegro con spirito finale.
Neeme Järvi behoort tot de weinige dirigenten die zin weet te geven aan deze symfonieën omdat hij ze eenzelfde soort verhalend karakter geeft als Scheherazade. Hij weet de luisteraar er ook van te overtuigen dat Symfonie nr. 3 een meesterwerk is.
Ook de beide aanvullende orkestwerken krijgen zeer goede, feestelijke vertolkingen, waarbij violist Richard Taruskin als solist in het Capriccio espagnol best even mag worden vermeld.