Romberg: Strijkkwartetten in Es op. 1/1, g op. 1/2  in F op. 1/3. Leipzigs strijkkwartet. MDG MDG 307-0963-2 (62’57”). 1999

Romberg: Strijkkwartetten in b op. 30/1, g op. 16/2, a op. 2/2. Lepzigs kwartet MDG MDG 307-1026-2 (62’33”). 2000

Aan de Bonngasse in Bonn is nog altijd het geboortehuis van Beethoven te vinden. Tot zijn tweeëntwintigste woonde hij daar in wat nu een museum is. Daarna vestigde hij zich definitief in Wenen.

Een interessante vraag is: wat voor muziek zou de componist daar in zijn jeugd hebben gehoord? Dat zouden werken van Mozart, van fluitist Anton Reicha en van violist Andreas Jacob Romberg (1767 - 1821) kunnen zijn geweest. In die veronderstelling is het wel eens aardig om naar deze opnamen met Strijkkwartetten van Romberg te luisteren.

Aan het begin van de negentiende eeuw speelden deze kwartetten een haast even belangrijke rol als die van Haydn en Mozart. Ze klinken zeer welluidend, zijn vlot geschreven en zitten in harmonisch opzicht knap in elkaar, maar de vele half-echo’s die in de muziek doorklinken stonden hun bekendheid op den duur in de weg. Ze raakten dus in vergetelheid.

Eersteklas vertolkingen van het Leipzigs kwartet zorgen voor het nodige eerherstel en brengen de componist weer onder de aandacht.