Rossini: La cenerentola. Joyce DiDonato (ms., Cenerentole), José Manuel Zapata (t., Don Ramiro), Paolo Bordogna (b., Dandini), Bruno Praticò (bs., Don Magnifico), Patrizia Cigna (s., Clorinda), Martina Borst (ms., Tisbe) en Luca Pisaroni (bs., Alidoro) met het Praags kamerkoor en het Omroeporkest Kaiserslautern o.l.v. Alberto Zedda. Naxos 8.660191/2 (2 cd’s, 2u. 34’44”). 2004
Deze opname werd tijdens het Wildbad festival met een zo te horen enthousiast publiek gemaakt in 2004. Alberto Zedda dirigeert het werk enthousiast en legt meer het accent op zowel de duistere, wrange kanten en op de sociale satire en de menselijke wreedheid dan op de charmante en briljante kanten van de opera, maar laat ook zo de muziek met veel ritmische verve sprankelen.
Ensemblewaarden worden hooggehouden en coloratuur mezzo Joyce DiDonato is de ster onder de zangers in de veeleisende titelrol. In technisch opzicht zingt ze met verbluffend gemak en in haar karaktertekening is ze ontroerend. De in Granada geboren Jose Manuel Zapata is haar charmante, maar wat bleke Ramiro die zijn emotionele en morele opvoeding krijgt van de wereldwijze Luca Pisaroni.
De rest van de bezetting bestaat uit Italianen en vooral Bruno Praticò onder hen valt op als een echte buffo-bas Don Magnifico. Ook Patricia Cigna is een kernachtige Clorinda en Martina Borst een vocaal trefzekere Tisbe.
Wat enigszins stoort, is al het tussentijdse applaus. Mede daarom heeft deze opname niet de glans van die van Cecilia Bartoli (Decca 436.902-2), maar is wel een aardig goedkoop alternatief.