Reger: Strijkkwartetten nr. 1-6. Berns strijkkwartet. CPO 999.069-2 (3 cd’s, 3u., 21’04”). 1994
Nog steeds is de Duitse componist Max Reger (1873 -1916) voor de meeste muziekliefhebbers moeilijk te plaatsen. Hij was een toondichter die het ambacht op fenomenale manier onder de knie had en zwoer zelf bij de grote klassieken: ‘Bach is begin- en eindpunt van alle muziek’ was een van zijn uitspraken.
Maar bij het grote muziekpubliek konden zijn doorwrochte, hermetische composities weinig genade vinden; immers de breed omarmde laatromantiek vierde hoogtij en Regers muziek werd ontoegankelijk gevonden. Daarnaast leed de componist aan alcoholverslaving wat tot zijn vroege dood zou leiden.
Van een echte Reger Renaissance is het nooit gekomen en zijn zes Strijkkwartetten zullen daartoe ook niet veel bijdragen. Toch is het de moeite om zich eens nader in deze werken te verdiepen.
In de uitvoeringen door het Berns kwartet dat is samengesteld met Alexander van Wijnkoop, Christine Rogaz (v), Henrik Crafoord (va) en Angelo Schwartz (vc) krijgen de twee werken opus 54 (uit 1900-1901) een ongewoon dwingende zeggingskracht. Ook het vroeg-expressionistische, bijna gewelddadige karakter van deze twee kwartetten komt duidelijk naar voren. Het immense op. 74 krijgt daarna een enorme grandeur mee en in de laatste twee kwartetten uit 1909 en 1911, echte meesterwerken in het genre waarin Reger de grenzen van de tonaliteit aftast, overheerst een meer bedaarde, lyrische stemming.
Het Berns kwartet legt veel naturel in zijn spel en brengt spanning en onstuimigheid in deze kwartetten, kwaliteiten die door de overwegend snelle tempi nog worden uitvergroot. Maar in de langzame delen, vaak in de vorm van variaties op thema's van een zachte, ontroerende schoonheid, tonen ze zich teer en gevoelig.
Een andere, duurdere complete uitgave is van het Drolc kwartet (DG 477.5518).