CD Recensies

RACHMANINOV: MOMENTS MUSICAUX; PIANOSONATE NR. 2; SERINGEN

Rachmaninov: Moments musicaux op. 16 nr. 1-6; ’Seringen’ op. 21/5 (bew); Pianosonate nr. 2 in bes op. 36; Stravinsky: 3 Delen uit Petroesjka; ged. Vuurvogelsuite. Kariné Poghosyan. Centaur CRC 3772 (78’  ). 

Het moet een dilemma zijn voor jonge pianisten die aan een internationale carrière beginnen om repertoire te kiezen voor hun debuut, ook wanneer het gaat om hun eerste opnamen. Wanneer ze voor de veilige weg kiezen en met bekend materiaal komen, lopen ze het risico om niet ongeschonden tevoorschijn te komen in vergelijking met voorgaande beroemdheden en kiezen ze onbekend moois dan is er kans dat daar weinig belangstelling voor bestaat. 

Voor haar cd debuut in 2013 koos de Armeens-Amerikaanse pianiste Kariné Poghosyan voor een soort gulden middenweg met een opname van oorspronkelijke en bewerkte pianocomposities van Khatchaturian (Grand Piano GP 673), nu komt ze met meer Russisch repertoire. Logisch dat ze dit bij haar achtergrond passende materiaal kiest. 

Ze moet enigszins een wonderkind zijn geweest, want ze debuteerde op 14-jarige leeftijd met orkest in Yerevan. Zo te horen is ze als pianiste een ’stevige tante’ die de stukken die ze speelt krachtig en virtuoos aanpakt. Dat hebben deze werken van Rachmaninov en Stravinsky ook nodig. Even is er een moment van lyrische rust in de liedbewerking van ‘Seringen’ en in de  zes Moments musicaux kan ze haar dichterlijke instincten volgen. Het mooist slaagden de nrs. 2, 3 en 4. 

Maar in de Pianosonate nr. 2, die ze in versie 1932 speelt, weet ze met veel vaart en verve ook voor helderheid te zorgen in een heel persoonlijke visie die iets verfrissends heeft. Wie wil, kan haar vergelijken met Ivo Pogorelich (Sony 1907595660-2), Nikolai Lugansky (Naïve AM 208) en Alexis Weissenberg (DG 427.499-2).

Een goede test voor haar technische en virtuoze kunnen zijn natuurlijk de Drie delen uit Stravinsky’s Petroesjka (1911) die ooit ideaal zijn vastgelegd door Maurizio Pollini (DG 447.431-2). Maar de energie waarmee Poghosyan meteen de ‘danse russe’ zwierig inzet en ‘Chez Petrouchka’ romantische expressie verleent, maakt ook indruk. Datzelfde geldt natuurlijk voor de ‘Danse infernale’ uit een goede bewerking van de belangrijkste gedeelten uit De vuurvogel, een test die ze met vlag en wimpel aflegt en besluit met een mooie afsluitende arpeggio’s in de ‘finale’.