Ravel: Vioolsonate nr. 2 in G (1927), Vioolsonate nr. 1 posthume (1897), Tzigane; Stravinsky: Suite nr. 2 De vuurvogel (bew.); 3 Delen uit Petroesjka. Chloé Kiffer en Alexandre Moutouzkine. Steinway & Sons 30103 (65’40”). 2019
De française Chloe Kiffer en de Russisch/Argentijns/Amerikaanse Alexandre Moutouzkine zijn twee grote talenten die via Steinway samenkwamen om dit Ravel/Stravinsky programma vast te leggen. Eigenlijk ligt de combinatie van deze twee elkaar bewonderende componisten wel voor de hand. Van de vier betreffende werken bestaan al heel wat opnamen, maar deze valt op door het heel virtuoze en enthousiaste spel van beide elkaar duidelijk goed aanvoelende en harmonieus samenwerkende interpreten.
Er is nog iets dat opvalt. De bewerking van de Vuurvogelsuite die we doorgaan te horen krijgen, is van Guido Agosti, maar hier is de door de componist zelf eerder gemaakte uitgave gebruikt en dat betekent dat we behalve de ‘Dans van de vuurvogel’, de ‘Helledans’ en het ‘Wiegelied’ ook de ‘Inleiding’ en de ‘Finale’ te horen krijgen. Dat is in dit geval zo aantrekkelijk, omdat Alexandre Moutouzkine met zulk Lisztiaans vuur en elan speelt, wat zich nog beter manifesteert in de lastige Petroesjka delen.
In de Vioolsonates van Ravel legt de inbreng van Chloé Kiffer veel gewicht in de schaal. Met haar attente begeleider laveert ze meesterlijk tussen de lastige transformaties van het eerste deel en zorgt ze voor een bruisende finale. Maar het fijnst is wat ze van de droog, ritmisch strak gespeelde ‘Blues’ maakt. Het is stekelig en toch charmant, zonder overdreven glijdende lijnen. Dat ook de postume Sonate heel mooi lukte, hoeft daarna geen betoog.