Roussel: Albert Roussel conducts Albert Roussel. Pianosonatine op. 16; Des heures passent op. 19 nr. 1-4; Rustiques op. 5 nr.1-3; Petit canon perpétuel; Doute; Conte à la poupée; ‘L’acceuil des muses’ uit Tombeau de Claude Debussy; Prélude et fugue op. 46; Pianostukken op. 49 nr. 1-3; Pianosuite in fis op. 14; Le jardin mouillé op. 3/3; Invocation op. 8/2; ‘Amoureux séparées’ uit Poèmes chinois op. 12; Light op. 19/1; Sarabande op. 20/2; Jazz dans la nuit op. 38; Le festin de l’araignée op. 17; Autographe vocal d’Albert Roussel. Jean Boguet (p), Claire Croiza (s) en Gabrielle Ritter-Ciampi (s) met Albert Roussel (p, spr. en dirigent) en Jean Boguet ( ). Philips 422.138-2 (2 cd’s, 1u., 58’31”). 1927-1969

Albert Roussel (1869 - 1937) was een muzikale laatbloeier. Hij werd in 1869 in het Noord-Franse Tourcoing geboren en werd op zijn zevende wees, Daarna woonde hij bij familie tot hij als 15-jarige naar de zeevaartschool ging. T och wilde hij eigenlijk altijd componist worden en studeerde hij negen jaar bij Vincent d’Indy in Parijs. Een periode die culmineerde in zijn Symfonie nr. 1 Het gedicht van het woud uit 1906. Hij was ook een vermaarde docent met de Tsjech Bohuslav Martinů als een van zijn leerlingen. In 1930 kreeg hij de opdracht om voor het vijftigjarig jubileum van het Boston symfonie orkest een werk te schrijven: dat werd zijn Symfonie nr. 3.

De balletmuziek voor de éénakter Le festin de l’araignée uit 1913 was zijn eerste opdracht en is nog steeds een van zijn meestgespeelde werken. Het ballet begint in een tuin, weergegeven door een sensuele dwarsfluitmelodie, voordat groepjes insecten arriveren. De mieren met militaire precisie op de maat van de kleine trom, de sjofele mestkevers en de spin zelf, die in haar web een vlinder vangt en triomfantelijk danst. Er volgen meer prooien, een meikever en twee sprinkhanen, maar wanneer de spin zich aan de dis wil zetten, ontsnapt een sprinkhaan die haar doodt. Het ballet eindigt met de begrafenis van de meikever waarna de rust in de tuin terugkeert.

Zodra dat in 1927 mogelijk werd, ging Roussel zelf als pianist-begeleider en dirigent elektrische 78-t. opnamen maken en in dit dubbelalbum zijn deze samengebracht. Ze geven een goed beeld van Roussel als uitvoerend kunstenaar.

De volledige Pianowerken werden in 1989 ter gelegenheid van zijn twintigste sterfdag fraai in Wenen op 2 lp’s opgenomen door Jean Boguet (Mondiodis INT 12.004) en Philips deed daar een keuze uit.