Ravel/Rimsky-Korsakov: Antar A a15; Shéhérazade M. 41. Resp. André Dussolier (spr) en Isabelle Druet (ms) met het Nationaal orkest Lyon o.l.v. Leonard Slatkin. Naxos 8.573446 (70’47”). 2014
In 1910 werd Ravel door het Théâttre de l’Odéon gevraagd om toneelmuzie kn te schrijven bij een nieuw toneelstuk in 5 aktes van de Libanese schrijver Chékry-Gamen. Dat was gebaseerd op de romance van Antar, een twaalfde eeuws epos over de Arabische pre-Islamtische dichter en ridder Antarah ibn Shaddad waarvoor hij als uitgangspunt het vierdelige programmatische Symfonisch gedicht Antar op. 9 van Rimsky-Korsakov uit 1868 moest gebruiken.
Ravel herorkestreerde in Rimsky’s stijl gedeelten uit het werk van de Rus, voegde daaraan fragmenten uit de opera Mlada (heksensabbat) en georkestreerde Romances uit de Romances op. 4 en op. 7 van de Rus toe plus een gedeelte uit Le désert van Félicien David, steeds zo goed mogelijk de kleurige stijl van Rimsky volgend. Amin Maalouf schreef daar tekst bij die de romance en de ridderlijke geest van Antar nader belichten.
Antar stond vijandig tegenover de mensheid en had zich teruggetrokken in de woestijn. Daar redt hij een gazelle van een grote vogel. Moe van het gevecht met die vogel valt hij in slaap.Dan droomt hij dat hij in het paleis van de koningin van Palmyra is. Die koningin, de fee Guii-Nazar, as de gazelle die hij heeft gered. Als beloning gunt ze hem om drie van ‘levens grootste vreugden - wraak, macht en liefde - te vervullen en stelt zelf een vraag. Hij vraagt de koningin om hem te doden wanneer die genoegens hem te veel worden. Dan wordt hij verliefd op de koningin, maar krijgt daar na enige tijd ook genoeg van. De koningin neemt hem zo stevig in haar armen en kunst hem zo heftig dat het leven uit zijn lichaam stroomt. Rimsky gebruikt net als Berlioz in zijn Symphonie fantastique een ‘idée fixe’ dat in verschillende gedaanten telkens terugkeert. Meteen aan het begin wordt het door de altviolen voorgesteld. Fluiten en hoorns dragen een ander belangrijk thema bij: dat van de koningin.
En nu maar goed luisteren naar wat van die exotische cocktail in 16 delen bij Ravel van overblijft. De acteur André Dussollier spreekt de tekst als melodrama. Zoals Rimsky’s origineel al een mengeling was van Russisch nationalisme met een verlangende hand naar oriëntalisme, zo leende Ravel aan dat oriëntalisme zijn verfijnde gevoeligheid en verbeelding. Het is daarom passend bij dit thema dat daarna nog de ook Arabisch getinte cyclus Shéherazade volgt. Isabelle Druet zingt mooi, maar is minder treffend dan Régine Crespin (Decca 450.973-2) en Von Otter (DG 471.614-2). De vertolkingen van Slatkin bezitten niet geheel de sfeer en de transparantie die ze nodig hebben.
Zijn grote belang ontleent deze uitgave aan Antar, de enige opname van deze onbekende Ravel.