CD Recensies

ROTT: ORKESTWERKEN, WARD E.A.

Rott: Ouverture ‘Hamlet’; Suite in E; Voorspel ‘Julius Cäsar’; Voorspel in E; Suite in Bes; ‘Pastorales Vorspiel’ in F. Gürzenich orkest, Keulen o.l.v. Christopher Ward. Capriccio C 5408 (51’52”). 2020
 
Rott: Liederencyclus Balder ruhest du auch! Symfonie in E. Michael Volle (b) met het Münchens symfonie orkest o.l.v. Hansjörg Albrecht. Oehms OC 1803 (74’30”). 2013
 
Rott: Symfonie in E; Orkestsuite in Bes. Omroeporkest Frankfurt o.l.v. Paavo Järvi. RCA 8869.196319-2 (59’34”). 2010
 
De Oostenrijkse componist Hans Rott (1858 - 1884) was een tragische figuur. Hij werd geboren als buitenechtelijk kind maar had voldoende muzikaal talent dat hij in 1874 in Wenen aan het conservatorium kon gaan studeren; Mahler behoorde tot zijn medestudenten. Daar werd in 1878 een compositiewedstrijd gehouden, waarvoor hij het eerste deel van zijn Symfonie in E inzond. Iedereen won een prijs, behalve hij. Het verliet het conservatorium zonder diploma, maar met een goed getuigschrift. Hij werkte van 1876 - 1878 als organist van de Piaristenkerk en kreeg onderdak in het bijbehorende klooster. Een volende poging om een staatsbeurs te krijgen strandde bij de jury die bestond uit Brahms, Goldmark, Bruckner en Hanslick. Alleen Bruckner deed een goed woordje voor hem, Brahms zei dat hij geen talent had.
Daarna werd hij beschuldigd van het stelen van boeken uit het klooster en week hij uit naar Mulhouse waar hij directeur van het Concordia koor kon worden. Maar het lot beschikte anders: de waanzin sloeg toe en hoewel hij bleef componeren overleed hij na enige zelfmoordpogingen in 1884 op 26-jarige leeftijd aan tbc.
Tegenover de vele negatieve beoordelingen van zijn werken staat ook een positieve van Mahler in 1900: ‘Zijn ware natuur lijkt zoveel op de mijne dat we vruchten van dezelfde boom zouden kunnen zijn.’ Behalve die symfonie   en wat andere orkestwerken liet Rott ook een Strijkkwartet (Israël strijkkwartet, QuintOne Q 10002) en liederen plus de liederencyclus Liederencyclus Balder ruhest du auch! na.
De Symfonie in E bleef ongepubliceerd en werd pas in 1989 door Paul Banks teruggevonden. Het werk blijkt na een stel uitvoeringen en opnamen - onder andere eentje van Jac van Steen (Zondag Ochtend Concert ZOC 9702) en Mark Minkowski - nu een bescheiden plaatsje op het concertrepertoire te hebben gekregen. De Symfonie toont veel verwantschap met het idioom van Mahler, in het bijzonder met momenten uit diens Symfonie nr. 2 uit 1904. Een kwestie van invloed of plagiaat?
Het eerste deel van de Symfonie heeft ook iets Wagneriaans, het laatste deel iets onbestemds, maar het langzame deel is prachtig: een ländler-cum-wals scherzo vol zwierige energie. Dat maakt vooral de opname van Paavo Järvi onmiskenbaar duidelijk.
De nieuwste aanwinst met een paar Voorspelen en een Ouverture die nauwelijks eerder op cd te vinden waren vormt een bijdrage van Capriccio om heel dankbaar voor te zijn, zeker omdat ze zo goed en tamelijk uniek zijn. De aankondiging 'Orchestral works Volume 1' van Capriccio ziet er veelbelovend uit.