Rubinstein: Strijkkwartetten nr. 1 in e op.47/1 en 3 in d op. 47/3. Reinhold kwartet. CPO 777.709-2 (60’02”). 2020
Dat Anton Rubinstein (1829 - 1894) tussen zijn drukke bestaan als concertpianist die vaak op tournee ging toch in staat bleek om meer dan twaalf Opera’s, zes Symfonieën, een Oratorium, een Ballet, ongeveer tweehonderd liederen en talrijke werken voor piano, deels in concertvorm, deels als kamermuziek te schrijven, zal wel altijd een raadsel blijven.
Tot zijn oeuvre behoren ook tien Strijkkwartetten met twee waarvan we hier nader kennis kunnen maken. Deze werden in Leipzig gecomponeerd en worden hier heel toepasselijk uitgevoerd door Dietrich Reinhold en Tobias Haupt (v), Norbert Tunze (va) en Dorothée Erbiner (vc), samen het Reinhold kwartet met leden uit het Gewandhausorkest uit Leipzig.
Er bestaat door de gebruikte motieven enige verwantschap tussen dit tweetal werken, hoe verschillend ze ook qua opzet zijn (wel beide in mineur).
De werken bevatten beide ook een verrassing, maar die is tot het laatst bewaard in de indrukwekkende, virtuoze finales die niet nalaten veel indruk te maken. Het Reinhold kwartet wijst ons erop dat deel van Rubinsteins werken ten onrechte is vergeten en een herbeleving waard zijn.