Ravel: Pavane pour une infante défunte M. 19; Pianoconcert in G M. 83; Sonatine M. 40; Le tombeau de Couperin M. 68. Vanessa Benelli Mosell met het Schots nationaal orkest o.l.v. Carlos Miguel Prieto. Decca 481.8835 (65’15”). 2018
In 2009 trok de Italiaanse pianiste Vanessa Benelli Mosell de aandacht met haar cd debuut. Ze speelde een programma met de Pianosonate nr. 7 van Prokofiev, de Rhapsodie espagnole van Liszt, de Pianosonate nr. 24 van Haydn en de Pianosonate nr. 1 van Scriabin. (Brilliant Classics 94209). Daar kwam een vervolg op met de Valse-impromptu, het Capriccio S. 388, de Concertétude ‘La leggierezza’, de Hongaarse rapsodieën nr. 6, 10, 11 en 12, Liebestraum nr. 3, Galop russe, Soirée musicale ‘La danza’ en Grand galop chromatique (Brilliant Classics 94357). Haar eerste opnamen uit 2000 tot 2010 zijn te vinden bij Berlin Classics (BC 300538), een dubbelalbum met Russische werken en als haar aandeel de Pianosonate nr. 7 van Prokofiev en de Pianosonate nr. 1 van Scriabin.
Niet zolang daarna rook Decca jong talent en ging ook opnamen met haar maken. Met niet de geringste en gemakkelijkste werken als een stel Klavierstücke van Stockhausen, de Suite van Karol Beffa en de 3 delen uit Petroesjka van Stravinsky (Decca 481.1616), meer Klavierstücke van Stockhausen, de 24 Préludes op. 11, de drie Pianostukken en ‘Patetico’ van Scriabin (Decca 481.2491), de 12 Préludes uit band 1 en de Suite bergamasque van Debussy (Decca 481.6552).
Vorig jaar werkte ze nog mee aan een programma met de werken voor mandoline en piano van Beethoven (Naïve V 7083).
Vertolkingen van Ravels Pianoconcert in G vragen vooral om briljante virtuositeit van de solist en daarover beschikt Vanessa Benelli Mosell in ruimte mate, Ze werkt de jazz motieven goed uit, maar overdrijft ze niet. Ravel mag voor zichzelf spreken. De geheimzinnige middenepisode met harpglissandi klinken prachtig en de finale wordt pittig op stoom gebracht voor een opwindend slot. Treffend is onderweg ook de inbreng van blazers als de althobo, trompet en de trombones.
Het Pianoconcert wordt voorafgegaan door een waardige en sobere Pavane en gevolgd door de oorspronkelijke pianoversie van Ravels hommage aan de zeventiende eeuwse componist Louis Couperin, een van zijn innemendste werken. Zijn vermenging van barokke dansvormen met jazzy elementen is welbesteed aan de pianiste. In de ‘Forlane’ bijvoorbeeld moduleert ze vloeiend tussen beide stijlen. Maar minstens zo belangrijk is dat ze gratie en verfijning toont waardoor haar voordracht echt boeiend is.