Rameau: Dardanus. Judith van Wanroij (s., Iphise), Chantal Santon Jeffery (s., Venus), Cyrille Dubois (t, Dardanus), Thomas Dollé (Teucer, Isménor) en Tassis Christoyannis (Antenor) met het Purcell koor en het Orfeo orkest o.l.v. György Vashegyi. Glossa GCD 924010 (3 cd’s, 2u., 38’37”). 2020
De ‘tragédie lyrique’ Dardanus die Jean-Philippe Rameau (1683 - 1764) in 1744 componeerde, zal in Nederland wel niet zo snel worden opgevoerd. Daarom zijn liefhebbers van deze Franse barokopera aangewezen op cd opnamen. Dit is enigszins de derde cd opname van het werk. Di werd voorafgegaan door registraties van Antony Walker (ABC 476.5844) uit 2005, Mark Minkowski (Archiv 463.476-3) uit 1998 en Raphaël Pichon (Alpha 964) uit 2012, terwijl er ook een prachtige dvd versie is van Michel Fau (Harmonia Mundi HMD 90.51/2) uit 2015. De opname van Minkowski werd al in deze rubriek besproken.
Dardanus is een opmerkelijke opera vol gratie en magie, zoals we die uit de late werken van Shakespeare kennen. De Prospero-achtige tovenaar Isménor ontwart de draden van het lot dat samenzweert tegen het huwelijk van Dardanus met Iphise, de dochter van Teucer, Dardanus gezworen vijand. Om toch het koppel gelukkig te maken, moet Anténor, die ook verliefd is op Iphise en de voorkeur geniet van haar vader.
Rameau’s aarzelende optimisme wordt in balans gehouden door een diepgewortelde melancholie. Dit maakt dat de muziek de luisteraar niet onberoerd laat. Deze wordt meteen in het gegeven betrokken wanneer Thomas Dollé’s Teucer zich flink opwindt over zijn dochter en Judith van Wanroij en Cyrille Dubois er langzaam in slagen hun wederzijdse liefdesgevoelens te uiten en een ideaal koppel blijken te zijn. Heel mooi gezongen door Judith van Wanroij die als steeds een goed evenwicht vindt tussen drama en lyriek en Cyrille Dubois.
Anténor, in de persoon van Tassis Chrstoyannis, is een sleutelfiguur waarom de handeling draait in moreel en emotioneel opzicht. Hij speelt de rol met noblesse. De bezetting kent geen zwakke stee. De slotscènes waarin de oorlogsmachinerie geheel is ontmanteld en iedereen weer kan lachen is heel treffend. Het Orfeo orkest lijkt onder de goede leiding van György Vashegyi goed thuis in het Rameau idioom.
Zo ontstond een der betere uitgaven van deze opera