Respighi: Concerto all’antica; Suites Antiche arie e danze nr. 1-3. Davide Alogna (v) met het New Yorks kamerorkest o.l.v. Salvatore di Vittorio. Naxos 8.573901 (81’34”). 2019
Om een of andere reden gaf Respighi twee van zijn drie Vioolconcerten een verkapte naam. Het gaat om het Concerto all’antica P. 075 uit 1903 en het Concerto gregoriano P. 135 uit 1921, Daarnaast is er een onvoltooid ‘echt’ Vioolconcert in A P. 049 waarvan intussen een opname is gemaakt (Laura Marzadori, Naxos 8.572332).
Het was altijd duidelijk dat de componist zich sterk voor oude muziek en muziekvormen uit de zeventiende en achttiende eeuw interesseerde. We vinden dat terug in o.a. de Toccata voor piano en orkest (Konstantin Scherbakov met het Slowaaks omroeporkest o.l.v. Howard Griffiths op Naxos 8,553207), het Concerto a cinque (Cappella Istropolita o.l.v. Ewald Danel op Naxos 8.553366), Gli ucelli (Münchens omroeporkest o.l.v. Henry Raudales op CPO 777.233-2), de Suite voor strijkorkest P. 41 en natuurlijk in de drie Suites Antiche danze ed arie per liuto.
Het Concerto all’antica is uit 1908 in in verhouding een nogal slank en karig werk en Davide Alogna kunnen de praatzuchtigheid van de finale niet helemaal verhullen. Daar staat veel tegenover, want met zijn fijnzinnige spel zorgt hij dat de combinatie van neo-klassieke muziek en romantische gloed tot heel aangename resultaten leidt. Niettemin maakte Ingolf Turban (Claves CD 50-9017) destijds meer indruk met het werk.
Wat de drie Suites Antiche arie e danze betreft gaat het om redelijk goede interpretaties, maar mogen we niet vergeten dat al in 1958 Antal Dorati met de Philharmonia hungarica een nog steeds net overtrokken opname van deze werken maakte (Mercury 416.495-2).