Rigatti: Vespro della Beata Vergina. Nicola Lamon (kl), Guglielmo Buansanti (bs) Massimo Altieri (t), Noelia Revette Reche (vdg) met ensemble Disvolti UtFaSol ensemble o.l.v. Massimo Lombardi. Arcana A121 (76’54”). 2019
Giovanni Antonio Rigatti (ca. 1613 - 1648) was een Venetiaanse componist die in 1621 als koorknaap in de San Marco begon en daarna carrière maakte als maestro di cappella van de Udine kathedraal. Zijn salaris was dubbel zo hoog als dat van zijn voorgangen, wat iets over zijn status zegt. In 1639 ging hij les geven aan het Ospedale del Mendicanti en later ook aan het Ospedale degli Incurabili en aan het eind van zijn leven werd hij nog sottocanonico van de San Marco.
Deze Rigatti publiceerde twee bundels met seculiere muziek in 1636 en 1641, maar het belangrijkste deel van zijn oeuvre bestaat uit een verzameling gewijde muziek waaraan het programma op deze uitgave is ontleend. De meeste van deze werken hebben obbligato instrumentele partijen voor instrumenten in verschillende bezettingen van een kleine zangersgroep met wat instrumenten tot een grote zangersgroep met een ripienokoor en extra instrumenten.
De verzameling missen en psalmen waaruit voor deze cd werd geput, werd tussen 1640 en 1648 gepubliceerd en de bezetting gaat van drie tot acht stemmen met twee violen en andere instrumenten ad libitum. In de andere bundels reduceerde Rigatti het aantal zangers.
De muziek op deze cd is ontleend aan de tweede verzameling Messa e salmi ariosi a tre voci concertati die in 1641/2 verscheen en in 1643 werd herdrukt en daarna nog eens in 1657.
Lombardi koos voor een Vesperdienst met antifonen uit Commune Festorum Beatae Mariae en gezangen uit Antiphonale synopticum en is zelf vertegenwoordigd met vijf Vesper psalmen en het Magnificat. Het programma eindigt met twee andere stukken van Rigatti: Salve Regina en Plaudite manibus.
Ook een paar andere componisten, zoals Carlo Milanuzzi, Francesco Usper en Gioanpietro del Buono leveren bijdragen leveren bijdragen. Massimo Lombardi koos voor een kleine bezetting wat de helderheid van de uitvoeringen ten goede komt, maar maakt wel gebruik van de mogelijkheid om de instrumenten colla voce te laten spelen. Zo horen we soms ook even een cornet en de 3 trombones.
Het mooie van de onderhavige uitvoeringen is dat de zangers de vereiste spreek-achtige manier van zingen die wordt vereist zo volkomen beheersen. Ook de instrumentale bijdragen zijn heel goed.
Zo treedt Rigatti duidelijk uit de schaduw van Monteverdi met als extra voordeel dat we dertien stukken als cd première te horen krijgen.