CD Recensies

ROSSINI: PETITE MESSE SOLENNELLE, PRANDI

Rossini: Petite messe solennelle. Sandrine Piau (s), José Maria lo Monaco (ct), Edgardo Rocha (t), Christian Senn (bs), Coro Ghislieri, Deniel Peter (harm), Francesco Corti (piano), Cristiano Gaudio (piano) o.l.v. Giulio Prandi. Arcana A 494 (86’44”). 2021
 
Rossini schreef zijn Petite messe solennelle in 1864 als één van zijn ‘jeugdzonden’ voor 8 zangers, vier solisten plus twee piano’s en een harmonium voor uitvoering in een privékapel. De solisten ware operazangers van naam. De grapjas in Rossini trad ook hier naar voren, want het werk is noch kort, noch plechtig en erg devoot. Maar een uiterlijk voorkomen kan bedrieglijk zijn en het wek heeft donkerder ondertonen dan men vroeger dacht.
Tussen 1866 en 1868 herzag hij het werk en orkestreerde hij het opnieuw. Als geloofsbelijdenis is het een optimistisch stuk, hoewel er persoonlijk verdriet als gevolg van zijn Zwitserse vriend Louis Niedermayer aan ten grondslag ligt. DE koren hebben veel van Bach en Palestrina, de soli die vaak op het bravurarandje balanceren hebben het meeste weg van Rossini’s laatste opera aria’s.
In deze opname zingt een gelijkmatig solokwartet met mooie stemmen, Sandrine Piau voorop. Countertenor José Maria lo Monaco is ontroerend in het ‘Agnus Dei’.
Deze opname bevalt me net zo goed als die van Robert King (Hyperion CDA 67570); het is de eerste met een countertenor.