Rameau: Pygmalion, Suite Les fêtes de Polymnie. Cyrille Dubois (t., Pygmalion), Marie-Claude Chappuis (s., Céphise), Céline Scheen (s., standbeeld), Eugénie Warnier (s., Cupido) met het Arnold Schönberg koor en Les talens lyriques o.l.v. Christophe Rousset. Aparté AP 155 (72’46”). 2017
De mythe van Pygmalion is ontleend aan Ovidius’ Metamorfosen. De beeldhouwer Pygmalion maakt een prachtig werk waarop hij verliefd wordt. Zijn verloofde Céphise vraagt om aandacht, maar Pygmalion negeert haar en vraagt Venus om het beeld tot leven te wekken. Als dat gebeurt gaat ‘het’ zingen en dansen. Cupido verschijnt ten tonele en prijst Pygmalion voor zijn kunstenaarschap. Dat alle gaat muzikaal gepaard met veel dans en zang om dat wonder uitbundig te vieren. Gelukkig zorgt Cupido er ook voor dat Céphise een nieuwe vriend vindt.
Opnametechnisch beschouwd maakt deze uitgave de beste indruk.
In de uitvoering van dit werk komt alles aan op de invulling van de ‘haute contre’ partij van Pygmalion. Daarin is Cyrille Dubois even goed als Howard Crook in de opname uit 1992 van William Christie (Harmonia Mundi HMC 90.1381), de belangrijkste rivaal. Het is wel grappig Cupido door een vrouwenstem te horen zingen, maar Eugénie Warnier voldoet daarin in alle opzichten. Via Céline Scheen heeft ook het standbeeld nog een mooie, belangrijke stem in het kapittel.
Naast de opname van Christie is dit de meest geslaagde. Er is nog een substantiële toegift in de vorm van de Suite uit de opera Les fêtes de Polymnie uit 1745 die vrij avontuurlijk en kleurig tot klinken wordt gebracht. Van de complete opera bestaat één opname van György Vashegyi (Glossa GCD 92350-2 (2 cd’s) uit 2014.