CD Recensies

RACHMANINOV: KLOKKEN, DE PLETNEV

Rachmaninov: De klokken op. 35; Tanejev: Johannes van Damascus op. 1. Marina Mescherikova (sopraan), Sergei Larin (tenor), Vladimir Chernov (bariton) met het Moskou’s Staats kamerkoor en het Russisch nationaal orkest o.l.v. Mikhail Pletnev. DG 471.029-2 (60’21”). 2000

 

Hoe romantisch-Slavisch moet De klokken van Rachmaninov klinken? Wat is de ideale aanpak van deze koorsymfonie uit 1913 waarvoor hij zijn inspiratie ontleende aan vier gedichten van Edgar Allen Poe in de Russische vertaling van Konstantin Balmont; een werk dat zoveel eist van solisten en koor?

Voor Pletnev ontplooit het Russisch nationaal orkest een haast on-Slavische helderheid en fijnzinnigheid in het spel. De articulatie is bijzonder helder en de muziek krijgt hierdoor een grote doorzichtigheid. Maar het koor is aan de kleine kant en vormt een niet ideaal geïntegreerde eenheid. De Russische solisten voldoen uitstekend. Toch klinken Pletnevs klokken ietwat eigenaardig, maar een beter alternatief is er eigenlijk niet, want ook Ashkenazy (DG 469.178-2 of Decca 455.798-2) heft met problemen van het koor te kampen en Previns verklanking (EMI 573.353-2) heeft een te braaf Engels karakter.

De enigszins eerbetoon aan Brahms brengende cantate van Tanejev die door Rimsky-Korsakov als een bleekscheet onder de Russische componisten werd beschouwd, krijgt echter een heel overtuigende lezing. Dat maakt deze cd toch tot een begerenswaardig artikel.