Ravel: L’enfant et les sortilèges; Ma mère l’oye. Pamela Helen Stephen (l’enfant), Anne-Marie Owens (Maman, un partre), David Wilson Johnson (le chat), Juanita Lascarro (la bergère, la chouette. L’horloge comtoise, le fauteuil), Mark Tucker (la rainette, la thélère), Jacqueline Miura (La tasse chinoise, la chatte), Elizabeth Futral (le feu, le rossignol, la princesse), Mary Plazas (la chauve-souris, la chatte), Robert Lloyd (un arbre), Rinat Shaham (la libellule, l’ecureuil) met het New London kinderkoor en het Londens symfonie orkest en –koor o.l.v. André Previn. DG 457.589-2 (72’42”). 1997
Ravel: L’heure espagnole; Rapsodie espagnole. Kimberley Barber (Concepcion), Georges Gautier (Torquemada), Kurt Ollmann (Ramiro), David Wilson-Johnson (Don Inigo Gomez), John Mark Ainsley (Gonzalve) met het Londens symfonie orkest o.l.v. André Previn. DG 457.590-2 (69’50”). 1997
Het onderlinge contrast tussen deze twee werken dat toch al groot is, wordt nog versterkt door het feit dat men feitelijk L’heure espagnole op toneel moet zien uitvoeren om alle, zo wezenlijke verwikkelingen ook echt te zien, terwijl het in de schouwburg zo lastig te verwezenlijken L’enfant et les sortilèges juist beter zonder visualisering kan genieten.
Van dit tweetal werken maakte Lorin Maazel begin jaren zestig als ideaal geldende opnamen, die mogelijk technisch verder opgelapt opnieuw werden uitgebracht (DG 449.769-2) en die decennia lang als gouden standaard golden.
Met Denise Duval als geweldige Concepcion maakte André Cluytens ooit een bijzonder mooie opname van L’heure espagnole (EMI 565.269-2), maar ook Jane Berbié bij Maazel overtuigde in hoge mate. Kimberley Barber heeft een lichtere stem en is minder vertrouwd met de Franse uitspraak, maar ook zij is een heel verleidelijke Concepcion en met Kurt Ollmann als Ramiro en de andere mensen om haar heen zorgt ze voor een stijlvolle realisatie.
Van L’enfant maakte Previn al eerder een opname (EMI 574.118-2), maar de nieuwe is subtieler en sfeervoller. Ook hier goede solisten met echter de handicap dat de meesten hoorbaar niet-Frans zijn. Enige echte uitblinkster is Pamela Helen als het kind.
De aanvullende orkestwerken op beide cd’s krijgen eveneens fraaie uitvoeringen en de digitale opnamen klinken prachtig, maar de eindbalans slaat toch eigenlijk nog richting Maazel door.