Rossini: Le nozze di Teti, e di Peleo; Il pianto d’armonia sulla morte di Orfeo. Elisabetta Scano (sopraan), Juan Diego Flórez (tenor), Cecilia Bartoli (mezzosopraan), Daniela Barcellona (mezzosopraan), Luigi Petroni (tenor) en Paul Austin Kelly (bariton) met koor en orkest va La Scala Milaan o.l.v. Riccardo Chailly. Decca 466.328-2 (68’42”). 1997/8
Rossini: Ontdekkingen. Ildar Abdrazkov (basbariton), Michele Pertusi (bas), Nelson Calzi (bas) met het Giuseppe Verdi koor en orkest o.l.v. Riccardo Chailly. Decca 470.298-2 (69’). 2000
Net zoals Chailly zich inzette voor onbekende maar niet altijd inferieure werken van Verdi, zo deed hij dat ook voor Rossini. De bruidscantate was zijn eerste hofcompositie nadat hij in 1815 in Napels was aangesteld om het huwelijk van prinses Maria Carolina en graaf Berry luister bij te zetten. Het werk is gebaseerd op de legende van Peleus en de zeenimf Thetis. Wat de Napolitanen niet beseften, was dat Rossini hier veel eerder geschreven melodieën voor gebruikte.
Chailly voerde het werk uit met een keur aan voortreffelijke solisten, met natuurlijk voorop Bartoli als Ceres en Barcellona als Juno. Aan manlijke kant is Flórez (Peleo) de grote ster; alleen de Teti van Scano blijft hierbij wat achter. Op 16-jarige leeftijd schreef Rossini al de korte klacht over de dood van Orfeus, een werk dat wordt voorafgegaan door zo’n typisch tintelende ouverture. De rol van harmonie is in uitstekende handen bij tenor Kelly. Ook het koor- en orkestaandeel staan op heel hoog niveau.
De tweede cd met ‘ontdekkingen’ biedt heel wat klein grut, wat oneerbiedig gezegd wat brokjes afval uit Rossini’s werkplaats. Maar zo levendig uitgevoerd winnen ze aan allure en blijkt toch ook van allerlei stijlverschillen sprake te zijn.