CD Recensies

RACHMANINOV: VESPERS

Rachmaninov: Vespers op. 37. Ests filharmonisch koor o.l.v. Paul Hillier. Harmonia Mundi HMU 807384 (53’56”). 2004

 

Rachmaninov mag dan een ambivalente houding jegens de kerk hebben gehad, hij was bepaald niet onreligieus. Min of meer in navolging van Tschaikovsky had hij al wat orthodoxe kerkmuziek geschreven voordat hij aan de Nachtwake, de Vespers begon tijdens een tournee in 1913. Het werk vormt het culminatiepunt van een belangrijke, grote traditie en overtreft in termen van kleur, koorvirtuositeit en haast symfonische koormuziek al het voorafgaande. De componist genoot duidelijk van de wijdingsvolle Slavische basklanken en van het traditionele thematische materiaal zelf, dat hij later nog citeert in de eerste symfonie en de symfonische dansen. Nu eens ingetogen sereen, dan weer groots en juichend is het een imposant werk dat meteen veel succes had en waarvan ook menige opname bestaat.

Estland, met regelmatig grootschalige koorfestivals bezit een schare aan voortreffelijke koren, waarvan het filharmonisch koor mede de top vormt. Het Sovjet ministerie van cultuur koor onder Polyansky (Melodyia 74321-25188-2) en het koor van de Leningradse Glinka academie (Olympia OCD 247) gaven het werk met hun volle gewicht kracht en maakten een typisch idiomatische indruk. De Corydon Singers onder Best (Hyperion CDA 66460) en het King’s College koor onder Cleobury (EMI 556.752-2) gaven er geheel in de Engelse koortraditie een lichtere, zoetgevooisder, elegantere wending aan en de Esten – een koor van dertig - blijken nu de gulden middenweg te bewandelen. Ongelooflijk zuiver en homogeen. Beide solisten – alt Iris Oja en tenor Mari Turi – zingen hun solo mooi en vol overtuigingskracht met net dat tikje authentiek Slavisch extra vibrato. Een ideale opname van demokwaliteit maakt alles nog aantrekkelijker.