Ravel: Histoires naturelles; Ronsard à son âme; Don Quichotte à Dulcinée; Un grand sommeil noir; Les grands vents venus d’outremer; Sur l’herbe; 4 Chants populaires; Noël des jouets; Deux épigrammes de Clément Marot; Cinq mélodies populaires grecques; Deux melodies hébraiques. Gerald Finley en Julius Drake. Hyperion CDA 67728 (73’28”). 2008
We moeten op cd gebied helemaal terug tot de tijd van Bernard Kruysen (Astrée en Teldec), Gérard Souzay (Decca, Testament), Fischer-Dieskau (DG) en Michel Roux (Chant du monde) om baritonale opnamen van Ravels liederen te vinden. Merkwaardig eigenlijk waar juist Ravels werken vrij populair zijn.
Het recital begint meteen uitstekend met de Histoires naturelles waarin Finley een glimlach in zijn stem legt, voor een heel goede dictie en timing zorgt, daarbij aanzienlijk geholpen door de soms vooral inlevende, dan weer sturende begeleider Drake. In Don Quichotte steekt Finley Van Dam (EMI) naar de kroon. Volgend hoogtepunt zijn de Cinq mélodies populaires grecques. Prettig is ook dat de vroege Deux épigrammes de Clément Marot present zijn.
Van de vijf Chants populaires ontbreekt alleen nr. 1, ‘espagnole’, mogelijk omdat het als typisch vrouwenlied werd beschouwd. Berganza zong het ook haast onverbeterlijk in de helaas blijkbaar niet meer leverbare set van Ravels complete liederen met vele medewerkenden (EMI 747.638-8). Chanson écossaise is een reconstructie uit de jaren zeventig van Arbie Orenstein.
Het mooie, het bijzondere van Finley’s aanpak is dat hij zorgt voor een groot bereik aan expressie, van uitgelaten in ‘Chanson à boire’ via folkloristische onbekommerdheid in de volksliedjes tot wanhoop in Un grand sommeil noir. Angst voor een omgekeerd Franglais hoeven we gelukkig bij Finley niet te hebben: zijn Frans is vrijwel accentloos. De opnamekwaliteit van de nieuwe cd stelt de historischer versies in de schaduw.