Rosenmüller: Beatus vir? 8 Motetten en sonates. Raquel Andueza (s) en Wolf Matthias Friedrich (bs) met Gli Incogniti o.l.v. Amandine Beyer. Zig-Zag Territoires ZZT 100801 (65’40”). 2009

Het levensverhaal van Johann Rosenmüller (1619-1684) bevat heel kleurige bladzijden. Aanvankelijk werkte en onderwees hij in Leipzig waar hij zelfs beschuldigde van homoseksualiteit in 1655 gevangen zat. In 1658 werd hij trombonist aan de St. Marco kathedraal in Venetië en van 1678-1682 tevens medeleraar van Vivaldi aan het Ospedale della Pietà. Nog weer later keerde hij naar Duitsland terug om hofkapelmeester in Wolfenbüttel te worden.

Als componist was Rosenmüller een vruchtbare producent van muziek in allerlei genres: van danssuites, concerti, psalmen, solocantates en geestelijke werken. Steeds werd daarin blijk gegeven van grote inventiviteit en Italiaanse expressiviteit wat de levendigheid ten goede komt. De hier bijeengebrachte motetten en sonates illustreren de onvermoede rijkdom van de Duitse zeventiende eeuwse muziek. Rosenmüller was een groot colorist die nooit zijn Duits-degelijke contrapuntische achtergrond verloochent.

De stijl van deze werken is zoiets als een godsgeschenk voor de mensen van Gli Incogniti die heel geconcentreerd en beschikkend over een juist gekozen instrumentarium van 2 violen, 2 altviolen, viola da gamba, theorbe en klavecimbel/orgel voor een levendige interpretatie van een mooi afwisselend achttal motetten en sonates zorgen. Hier wordt op kleine schaal getoond hoe een klein, toegewijd, muzikaal goed gewapend ensemble bijna majestueus kan klinken door alle zorg te besteden aan techniek, expressie, ensemble en intonatie.

Na van deze muziek te hebben geproefd, kan het aantrekkelijk zijn om zich verder in het werk van Rosenmüller te verdiepen. Een aanzet daartoe kunnen de opnamen van Cantus Kölln (Harmonia Mundi HMC 90.1611/2) en The King’s Noyse (Harmonia Mundi HMU 90.7179) vormen.