Rachmaninov: Paganinirapsodie op. 43; Pianoconcert nr. 2 in in c op. 18. Yuja Wang met het Mahler kamerorkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 477.9308 (56’19”). 2010

De vooral op virtuositeit aangewezen Paganinivariaties zijn vanzelfsprekend een kolfje naar Wangs vingervlugge en competente handen. Ze vlindert vlot en bewonderenswaardig door het stuk heen. De beruchte vierentwintigste variatie ‘a tempo un poco meno mosso’ lijkt voor haar een makkelijk te nemen horde, maar anderzijds krijgt de ‘Dies irae’ variatie ook de volle emotionele lading. Het resultaat valt zonder meer in de klasse van Lugansky (Warner 2564-63675-2), Ashkenazy (Decca 473.251-2).

Bij het Tweede pianoconcert kan men zich afvragen of de reputatie van de Chinese eerste haarscheurtjes oploopt. Het Slavisch nostalgische en weemoedige is nog niet echt haar naturel. Maar puur als pianistiek is het natuurlijk voortreffelijk wat ze laat horen: kraakhelder, wat van de begeleiding niet steeds kan worden gezegd. Vreemd omdat juist geen sprake is van een overdadige bezetting. Maar hier treffen lieden als Zimerman (DG 459.643-2), Andsnes (EMI 474.813-2) en Ashkenazy (Decca 417.702-2) toch duidelijker het hart van de compositie.